258
FOUT
OORZAAK
INV OVERTEMP
Temperatuur van de omvormermodule is te
hoog.
(4290)
3.17 FW 5 bit 13
I/O COMM FT
Communicatiefout op de besturingskaart,
(7000)
kanaal CH1.
Elektromagnetische interferentie.
3.06 FW 2 bit 6
INGANGSBRUG
Fout aan de ingangszijde van de omvormer.
(FF51)
MOD BOARD T
Te hoge temperatuur in AINT-kaart van de
omvormermodule.
(FF88)
MOD CHOKE T
Te hoge temperatuur in de choke van de
vloeistofgekoelde R8i omvormermodule.
(FF89)
MOTORFASE
Een van de motorfasen is uitgevallen. Dat kan
(FF56)
worden veroorzaakt door een fout in de motor,
de motorkabel of een thermisch relais (indien
3.06 FW 2 bit 15
gebruikt), of door een interne fout.
(programmeerbare
foutfunctie 30.16)
Foutopsporing
OPLOSSING
Controleer de omgevingstemperatuur. Als
deze hoger is dan 40°C, zorg er dan voor dat
de belastingsstroom de belastingscapaciteit,
aangepast met deratingfactor, van de
omvormer niet overschrijdt. Zie de betreffende
hardware handleiding.
Controleer of de instelling van de
omgevingstemperatuur juist is (parameter
95.10).
Controleer de koelluchtstroming en de werking
van de ventilator van de omvormermodule.
Kastinstallatie: Controleer de luchtinlaatfilters
van de kast. Vervang deze indien nodig. Zie de
betreffende hardware handleiding.
Modules die door gebruiker in kast
geïnstalleerd zijn: Controleer of
koelluchtcirculatie in de kast voorkomen is met
luchtgeleideplaten. Zie de
installatievoorschriften van de module.
Controleer of er stof verzameld is in de kast en
het koellichaam van de omvormermodule.
Maak schoon indien nodig.
Reset en herstart nadat het probleem opgelost
is en laat de omvormermodule afkoelen.
Controleer aansluitingen van de optische
vezelkabels op kanaal CH1.
Controleer alle I/O-modules (indien aanwezig)
aangesloten op kanaal CH1.
Controleer of de apparatuur goed is geaard.
Controleer op sterk emitterende componenten
in directe omgeving
Schuif paneel van besturingskaart van de
omvormer aan motorzijde naar besturingskaart
van de omvormer aan ingangszijde.
Zie handleiding van de omvormer aan
ingangszijde voor beschrijving van de fout.
Controleer de ventilator van de omvormer.
Controleer de omgevingstemperatuur.
Controleer de ventilator van de omvormer.
Controleer de omgevingstemperatuur.
Controleer het vloeistofkoelsysteem.
Controleer motor en motorkabel.
Controleer thermisch relais (indien gebruikt).
Controleer de parameters van de foutfunctie.
Hef deze beveiliging op.