44
Lijst van taken met de relevante omvormerparameters
Benaming
Omschrijving
Taalkeuze
Kiezen van de taal van het bedieningspaneel
Motorgegevens-
Setting the motor data
invoer
Uitvoeren van de motoridentificatie. (Als de toerentallimieten
buiten het toegelaten bereik liggen: instellen van de limieten).
Toepassing
Kiezen van de applicatiemacro
Option Modules
Activeren van de optiemodules
Toerentalregeling
Kiezen van de bron voor de toerentalreferentie
EXT1
(Bij gebruik van AI1: Instellen van de limieten, schaal en inversie
van analoge ingang AI1)
Instellen van de referentielimieten
Instellen van de toerental- (frequentie-) limieten
Instellen van de acceleratie- en deceleratietijden
(instellen van de remchopper bij activatie via parameter 27.01)
(Als 99.02 niet VOLGORDE BST is: instellen constant toerental) (Groep 12)
Toerentalregeling
Kiezen van de bron voor de toerentalreferentie
EXT2
(Bij gebruik van AI1: Instellen van de limieten, schaal en inversie
van analoge ingang AI1)
Instellen van de referentielimieten
Koppelregeling
Kiezen van de bron voor de koppelreferentie
(Bij gebruik van AI1: Instellen van de limieten, schaal en inversie
van analoge ingang AI1)
Instellen van de referentielimieten
Instellen van koppelopbouwtijd en koppelafbouwtijd
PID-regeling
Kiezen van de bron voor de procesreferentie
(Bij gebruik van AI1: Instellen van de limieten, schaal en inversie
van analoge ingang AI1)
Instellen van de referentielimieten
Instellen van de toerental(referentie)limieten
Instellen van de bron en limieten van de actuele proceswaarde
Start/Stop
Instellen van de bron van de start- en stopsignalen van de twee
besturing
externe besturingslocaties, EXT1 en EXT2
Schakelen tussen EXT1 en EXT2
Bepalen van de draairichting
Bepalen van de start- en stopmodussen
Startvrijgavesignaal kiezen
Instellen van de hellingtijd van de startvrijgavefunctie
Beveiligingen
Instellen van de koppel- en stroomlimieten
Uitgangssignalen
Kiezen van de aangegeven signalen via relaisuitgangen RO1,
RO2, RO3 en optionele RO's (indien geïnstalleerd)
Kiezen van de aangegeven signalen via analoge uitgangen
AO1, AO2 en optionele AO's (indien geïnstalleerd). Instellen van
minimum, maximum, schaal en inversie.
Programmakenmerken
Stelt parameters in
99.01
99.05, 99.06, 99.09, 99.07, 99.08,
99.04
99.10 (20.8, 20.07)
99.02, parameters behorende bij
de macro
Groep 98, 35, 52
11.03
(13.01, 13.02, 13.03, 13.04,
13.05, 30.01)
11.04, 11.05
20.02, 20.01, (20.08, 20.07)
22.02, 22.03
(Groep 27, 20.05, 14.01)
11.06
(13.01, 13.02, 13.03, 13.04,
13.05, 30.01)
11.08, 11.07
11.06
(13.01, 13.02, 13.03, 13.04,
13.05, 30.01)
11.08, 11.07
24.01, 24.02
11.06
(13.01, 13.02, 13.03, 13.04,
13.05, 30.01)
11.08, 11.07
20.02, 20.01 (20.08, 20.07)
40.07, 40.09, 40.10
10.01, 10.02
11.02
10.03
21.01, 21.02, 21.03
16.01, 21.07
22.07
20.03, 20.04
Groep 14
15.01, 15.02, 15.03, 15.04, 15.05,
(Groep 96)