22
Besturen van de omvormer via de I/O-interface
De onderstaande tabel geeft aan hoe de omvormer kan worden bestuurd via de
digitale en analoge ingangen, nadat:
• het opstarten van de motor is uitgevoerd en
• de standaard (fabriek) parameterinstellingen geldig zijn.
Zorg dat de macro Factory actief is.
Als u de draairichting moet wijzigen, wijzig dan de instelling van
parameter
10.03
naar VERZOEK.
Zorg dat de besturingsaansluitingen zijn uitgevoerd volgens het
aansluitschema voor de macro Factory.
Zorg dat de omvormer naar externe besturing is geschakeld. Druk op de
LOC/REM-toets om tussen afstandsbesturing en lokale besturing te
schakelen.
Start door digitale ingang DI1 in te schakelen.
Regel het toerental door de spanning van analoge ingang AI1 aan te
passen.
Vooruit: Schakel digitale ingang DI2 uit.
Achteruit: Schakel digitale ingang DI2 in.
Ingang DI1 uitschakelen.
Opstarten en besturing via de I/O
VOORLOPIGE INSTELLINGEN
DE MOTOR STARTEN EN HET TOERENTAL REGELEN
DE DRAAIRICHTING VAN DE MOTOR WIJZIGEN
DE MOTOR STOPPEN
Zie parameter 99.02.
Zie het hoofdstuk
Applicatiemacro's.
Bij afstandsbesturing is
geen L zichtbaar op de
eerste regel van de
paneeldisplay.
1
->
0.0 rpm
I
FREQ
0,00 Hz
STROOM
0,00 A
VERMOGEN
0,00 %
1
-> 500,0 rpm
I
FREQ
16.66 Hz
STROOM
12,66 A
VERMOGEN
8,33 %
1
-> 500,0 rpm
I
FREQ
16,66 Hz
STROOM
12,66 A
VERMOGEN
8,33 %
1
<- 500,0 rpm
I
FREQ
16,66 Hz
STROOM
12,66 A
VERMOGEN
8,33 %
1
->- 500,0 rpm
FREQ
0,00 Hz
STROOM
0,00 A
VERMOGEN
0,00 %
I