Aanpassen van een bronkeuze (pointer) parameter
De meeste parameters bepalen waarden die rechtstreeks in het
applicatieprogramma van de omvormer worden gebruikt. Pointerparameters zijn
uitzonderingen: zij verwijzen naar de waarde van een andere parameter. De
instelling van deze parameters verschilt enigszins van die van andere parameters.
Stap
Handeling
1.
Zie de tabel hierboven voor
- toegang tot de parametermodus
- kiezen van de correcte parametergroep en parameter
- toegang tot de instellingsfunctie voor parameters
2.
Overschakelen tussen de inversie-, groeps-, index- en
1)
bitvelden.
3.
De waarde van een veld aanpassen.
4.
De waarde accepteren.
1)
Inversieveld
Groepsveld
Indexveld
Opmerking: In plaats van naar een andere parameter te verwijzen, is het ook
mogelijk om een constante te definiëren via een pointerparameter. Ga als volgt te
werk:
- Wijzig het inversieveld naar C. Het aanzien van de regel verandert. De rest van de
regel is nu een veld met een constante instelling.
- Geef een constante waarde aan het veld met de constante instelling.
- Druk op Enter om de waarde te accepteren.
1 L ->1242.0 rpm O
84 ADAPTIVE PROGRAM
06 INGANG1
[±001.018.00]
Bitveld
Druk op toets
Paneel
1 L ->1242,0 rpm O
84 ADAPTIVE PROGRAM
PAR
06 INGANG1
[±000.000.00]
ENTER
1 L ->1242.0 rpm O
84 ADAPTIVE PROGRAM
06 INgang1
[±000.000.00]
1 L ->1242.0 rpm O
84 ADAPTIVE PROGRAM
06 INGANG1
[±000.018.00]
ENTER
Inversieveld inverteert de geselecteerde
parameterwaarde. Plusteken (+): geen inversie,
minteken (-): inversie.
Bitveld selecteert het bitnummer (alleen van
belang als de parameterwaarde een 'packed
boolean' woord is).
Indexveld selecteert de parameterindex.
Groepsveld selecteert de parametergroep.
33
Bedieningspaneel