Download Print deze pagina

ABB ACS800 Handleiding pagina 140

Advertenties

140
Index
Naam/Keuze
UIT2 STOP
UIT3 STOP
21.08
SCALAR VLIEG
STRT
NEE
JA
21.09
START INTRL FUNC
UIT2 STOP
UIT3 STOP
21.10
NULTOEREN
VERTRAG
Actuele signalen en parameters
Omschrijving
Het applicatieprogramma stopt de omvormer door de voedingsspanning naar
de motor uit te schakelen (de IGBT's van de omzetter zijn geblokkeerd). De
motor draait vrij bij nul toeren. De omvormer herstart uitsluitend wanneer het
startvrijgavesignaal en het startsignaal is ingeschakeld (het programma
ontvangt de positieve flank van het startsignaal).
Het applicatieprogramma stopt de omvormer langs de helling gedefinieerd
door parameter 22.07. De omvormer herstart uitsluitend wanneer het
startvrijgavesignaal en het startsignaal is ingeschakeld (het programma
ontvangt de positieve flank van het startsignaal).
Activeert de vliegende start in de besturingsmodus scalar. Zie parameters
21.01
en 99.04.
Niet actief
Actief
Definieert hoe de ingang van de startvergrendeling op de RMIO-kaart de
werking van de omvormer beïnvloedt.
Omvormer in werking: 1 = Normale werking. 0 = Stop door uitlopen tot
stilstand.
Omvormer gestopt: 1 = Start toegestaan. 0 = Start niet toegestaan.
Opnieuw starten na UIT2 STOP: Ingang is terug op 1 en de omvormer
ontvangt de positieve flank van het startsignaal.
Omvormer in werking: 1 = Normale werking. 0 = Stop langs helling. De
hellingtijd wordt gedefinieerd door parameter 22.07 NOODSTOP.
Omvormer gestopt: 1 = Start toegestaan. 0 = Start niet toegestaan.
Opnieuw starten na UIT3 STOP: Startvergrendelingsingang = 1 en de
omvormer ontvangt de positieve flank van het startsignaal.
Definieert de vertraging van de vertragingsfunctie nul toeren. De functie is
nuttig in toepassingen waarbij een soepele en snelle herstart essentieel is.
Tijdens de vertraging kent de omvormer de rotorpositie nauwkeurig.
Geen stilstandvertraging
Toerental
Toerentalregelaar
uitgeschakeld: Motor
loopt uit tot stilstand.
Stilstand
Tijd
Geen stilstandvertraging
De omvormer ontvangt een stopopdracht en decelereert langs een helling.
Wanneer het werkelijk toerental van de motor onder een interne limiet
(Stilstand genoemd) komt, wordt de toerentalregelaar uitgeschakeld. De
modulatie van de omvormer wordt gestopt en de motor loopt uit tot stilstand.
Met stilstandvertraging
De omvormer ontvangt een stopopdracht en decelereert langs een helling. Als
het werkelijke toerental van de motor onder een interne limiet komt
(zogenaamde Nul toeren), wordt de 'nul toeren'-vertragingsfunctie
geactiveerd. Tijdens de vertraging houdt de functie de toerentalregelaar onder
spanning: de omzetter moduleert, de motor wordt gemagnetiseerd en de
omvormer is gereed voor een snelle herstart.
Met stilstandvertraging
Toerental
Toerentalregelaar blijft onder
spanning. Motor decelereert
naar werkelijke nul toeren.
Stilstand
Tijd
Vertraging
FbEq
3
4
0
65535
1
2

Advertenties

loading