-0230-2
-0260-2/3/5/7
-0270-5
-0300-2/5
-0320-3/5/7
-0400-3/5/7
-0440-3/5/7
-0490-3/5/7
-0550-5/7
-0610-5/7
Instellingen
Parameter
95.10
TEMP INV AMBIENT
Diagnostiek
Waarschuwing/Fout
INV OVERTEMP
Kortsluiting
Er zijn drie afzonderlijke beveiligingskringen voor detectie van kortsluiting in de
motorkabel en omzetter. Als kortsluiting wordt gedetecteerd, zal de omvormer niet
starten en zal een foutmelding geven.
Uitval van ingangsfase
De beveiliging tegen uitval van een ingangsfase bewaakt de aansluiting van de
voedingskabel door detectie van tussenkringrimpel. Bij verlies van een fase neemt
de spanningsrimpel toe. Wanneer de spanningsrimpel hoger is dan 13%, wordt de
omvormer uitgeschakeld en wordt een foutmelding gegeven.
Temperatuur van de besturingskaart
De omvormer bewaakt de temperatuur van de besturingskaart. Een foutmelding
CTRL B TEMP wordt gegeven als de temperatuur boven 88°C stijgt.
Overfrequentie
Als de uitgangsfrequentie van de omvormer boven een vooraf ingestelde waarde
uitstijgt, wordt de omvormer uitgeschakeld en wordt een foutmelding gegeven. De
vooraf ingestelde waarde ligt 50 Hz boven het absolute maximumtoerental van het
werkbereik (als Direct Torque Control actief is) of de frequentielimiet (als
Scalarbesturing actief is).
Interne fout
Als de omvormer een interne fout detecteert, wordt de omvormer uitgeschakeld en
wordt een foutmelding gegeven.
Aanvullende informatie
Omgevingstemperatuur
Aanvullende informatie
Te hoge temperatuur omvormermodule
71
Programmakenmerken