Advertenties
188
Index
Naam/Keuze
0...9999
95.10
TEMP INV AMBIENT
20...50°C
95.11
SUPPLY CTRL
MODE
GEEN
LINE CONV
RMIO-kaart
van inverter
Dataset 121 (CH1)
MCW
95.06 LCU Q PW REF
95.07 LCU DC REF
Dataset 122 (CH1)
MSW
9.12 LCU WERKW
SIGN1
9.13 LCU WERKW
SIGN2
Dataset 123 (CH1)
95.08 LCU PAR1 SEL
95.09 LCU PAR2 SEL
95.12
LCU RUN PTR
-255.255.31...
+255.255.31 / C.-
32768...C.32767
Actuele signalen en parameters
Omschrijving
Parameter-index van de ingangszijde omvormer. Standaardwaarde 110 =
ingangszijde omvormer parameter 01.10 DC VOLTAGE. Zie voor meer
informatie IGBT Supply Control Program 7.x Firmware manual
[3AFE68315735 (Engels)].
Definieert de omgevingstemperatuur voor de Uitgebreide controlefunctie van
de omvormertemperatuur. Zie
omvormertemperatuur voor ACS800, frames R7 en R8
Opmerking: Als de omgevingstemperatuur 40°C overschreidt, vermindert de
belasingscapaciteit van de omvormer. Zie de derating instructies in de
betreffende hardware handleiding.
Temperatuur
Activeert/deactiveert de besturing en data transfer van de ingangszijde van de
omvormerunit (LSU) door inverter unit (INU). De parameter 98.02
COMM.MODULE in LSU moet de waarde INU COM LIM hebben.
Besturing van de ingangszijde omvormer gedeactiveerd.
Beperkte besturing vanaf DDCS kanaal CH1 van de inverter RMIO-kaart.
RMIO-kaart aan ingangszijde omvormer
98.02 COMM. MODULE
= INVERTER
Dataset 121 (CH0)
MCW (vast)
Q-REF(vast)
24.02
DC REF(vast)
Dataset 122 (CH0)
MSW (vast)
106 (waarde)
110 (waarde)
Dataset 123 (CH0)
106
110
MCW = Hoofdcontrolwoord
MSW = Hoofdstatuswoord
Selectie van startopdracht voor ingangszijde omvormer. Wanneer
SUPPLY CTRL MODE ingesteld is op LINE CONV, kan het starten van
modulatie vrijelijk toegewezen worden aan een parameter of signaal door
gebruik van een bit pointer.
Opmerking: Deze parameter is alleen beschikbaar in de AS7R firmware-
versie.
Parameterindex of een constante waarde:
- Parameterpointer: inversie-, groeps-, index- en bitvelden. Het bitgetal werkt
uitsluitend voor blokken die booleaanse ingangen verwerken.
- Constante waarde: inversie- en constante velden. Inversieveld moet waarde
C hebben om de constante-instelling te activeren.
Uitgebreide monitoring van de
op pagina 70.
24.03 Q POWER REF2 SEL
PROCENT
+
kVAr
+
PHI
COSPHI
24.04
FbEq
0...9999
10 = 1°C
0
65535
11.02 Q REF SELECT
PARAM 24.01
Q POVER
REF
AI1
24.01
AI2
AI3
PARAM 24.02
11.01 DC REF SELECT
PARAM 23.01
DC VOLT
REF
AI1
23.01
AI2
AI3
FIELDBUS
95.11
-
Advertenties
