Advertenties
248
WAARSCHUWING
OORZAAK
FAN OTEMP
Te hoge temperatuur van de ventilator voor het
(FF83)
uitgangsfilter van de omvormer. Bewaking is in
gebruik bij step-up omvormers.
3.16 AW 4 bit 0
HW RECONF RQ
Omvormertype (bv. sr0025_3) is gewijzigd.
Omvormertype wordt doorgaans gewijzigd in
(FF38)
de fabriek of tijdens implementatie van de
omvormer.
ID VOLTOOID
De omvormer heeft de
identificatiemagnetisatie van de motor
(FF32)
uitgevoerd en is gereed voor bedrijf. Deze
waarschuwing maakt deel uit van de normale
opstartprocedure.
ID MAGN
Identificatiemagnetisatie van motor is gaande.
Deze waarschuwing maakt deel uit van de
(FF31)
normale opstartprocedure.
ID MAGN REQ
Motoridentificatie is vereist. Deze
waarschuwing maakt deel uit van de normale
(FF30)
opstartprocedure. De omvormer verwacht dat
de gebruiker aangeeft hoe de
motoridentificatie moet worden uitgevoerd:
door ID-magnetisatie of door een
identificatie run.
ID NR VERAND
Het ID-nummer van de omvormer is van 1 in
iets anders veranderd.
(FF68)
ID RUN
Motoridentificatierun is bezig.
(FF35)
ID RUN GESEL
De motoridentificatierun is geselecteerd en de
omvormer is gereed om de ID run te starten.
(FF33)
Deze waarschuwing maakt deel uit van de ID
runprocedure.
NETSMOOR TEM
Te hoge netsmoorspoeltemperatuur
(FF81)
3.18 AW 5 bit 4
INV STR LIM
Interne omvormerstroom of -vermogen heeft
de limiet overschreden.
(2212)
3.18 AW 5 bit 8
(programmeerbare
foutfunctie 30.23)
INV DISABLED
Optionele DC schakelaar is geopend terwijl de
unit gestopt werd.
(3200)
3.18 AW 5 bit 6
Foutopsporing
OPLOSSING
Stop de omvormer. Laat hem afkoelen.
Controleer de omgevingstemperatuur.
Controleer dat de ventilator in de juiste richting
draait en dat de lucht vrijelijk kan stromen.
Wacht tot het alarm POWEROFF! actief wordt
en schakel de voeding van de stuurkaart uit om
de wijziging van omvormer-type te valideren.
Ga door met gebruik van de omvormer.
Wacht totdat de omvormer aangeeft dat de
motoridentificatie is voltooid.
Start de ID-magnetisatie door op de starttoets
te drukken of kies het type identificatierun en
start (zie parameter 99.10).
Zet het ID-nummer terug op 1. Zie hoofdstuk
Bedieningspaneel.
Wacht tot de omvormer aangeeft dat de
motoridentificatierun voltooid is.
Druk op de starttoets om de identificatierun te
starten.
Stop de omvormer. Laat hem afkoelen.
Controleer de omgevingstemperatuur.
Controleer of de ventilator in de juiste richting
draait en de lucht vrij kan stromen.
Verminder de belasting of verhoog de
hellingtijd.
Beperk het werkelijk vermogen van de
omvormer of verlaag de referentiewaarde van
de reactief vermogen generatie aan de
ingangszijde van de omvormer (parameter
95.06
LCU Q PW REF).
Controleer de parameters van de foutfunctie.
Sluit de DC schakelaar.
Controleer de AFSC-0x Fuse Switch Controller
unit.
Advertenties
