Opstarten en besturing via de I/O
Overzicht van de hoofdstukken
Dit hoofdstuk bevat instructies voor:
• het opstarten
• het starten, stoppen, wijzigen van de draairichting en aanpassen van het
toerental van de motor via de I/O-interface
• het uitvoeren van een identificatierun van de omvormer.
Opstarten van de omvormer
De gebruiker kan uit twee manieren kiezen om de omvormer te starten: de
Opstartassistent gebruiken of beperkt opstarten. De Assistent leidt de gebruiker door
alle benodigde uit te voeren instellingen. Bij beperkt opstarten geeft de omvormer
geen begeleiding: de gebruiker doorloopt de basisinstellingen door de instructies in
de handleiding te volgen.
• Als u gebruik wilt maken van de Assistent, volgt u de instructies gegeven
onder
pagina 15.
• Als u beperkt wilt opstarten, volgt u de instructies gegeven onder
opstarten (behandelt uitsluitend de basisinstellingen)
Opstarten via de Opstartassistent (behandelt alle nodige instellingen)
Zorg dat u de motorplaatgegevens bij de hand hebt voordat u begint.
Het opstarten mag uitsluitend worden uitgevoerd door een gekwalificeerd elektricien.
Gedurende het opstarten moeten de veiligheidsinstructies worden opgevolgd. Zie de
betreffende hardwarehandleiding voor de veiligheidsinstructies.
Controleer de installatie. Zie de installatiechecklist in de betreffende hardware/
installatiehandleiding.
Controleer of het starten van de motor geen gevaar oplevert.
Ontkoppel de aangedreven machine als:
- er een risico van schade bestaat bij een eventueel verkeerde draairichting of
- een standaard identificatierun moet worden uitgevoerd tijdens het opstarten. (de ID-run is
alleen nodig voor toepassingen waarbij zeer nauwkeurige motorbesturing vereist is.)
Opstarten via de Opstartassistent (behandelt alle nodige instellingen)
VEILIGHEID
Beperkt
op pagina 17.
Opstarten en besturing via de I/O
15
op