Advertenties
Index
Naam/Keuze
25.06
KRIT TOEREN3
LAAG
0 ... 18000 rpm
25.07
KRIT TOEREN3
HOOG
0 ... 18000 rpm
26 MOTORBESTURING
26.01
FLUX-
OPTIMALISATIE
NEE
JA
26.02
FLUX REMMEN
NEE
JA
26.03
IR-COMPENSATIE
0 ... 30%
Omschrijving
Zie parameter 25.02.
Zie parameter 25.02.
Zie parameter 25.03.
Zie parameter 25.03.
Activeert/deactiveert de functie fluxoptimalisatie. Zie het onderdeel
Fluxoptimalisatie
op pagina 61.
Opmerking: De functie kan niet worden gebruikt als parameter
SCALAR.
Niet actief
Actief
Activeert/deactiveert de functie fluxremmen.
Opmerking: De functie kan niet worden gebruikt als parameter
SCALAR.
Zie het onderdeel
Fluxremmen
Niet actief
Actief
Definieert de relatieve uitgangsspanningversterking bij nul toeren (IR-
compensatie). De functie is nuttig bij toepassingen die een hoog startkoppel
vereisen, maar DTC-motorbesturing is niet mogelijk. De onderstaande
afbeelding illustreert IR-compensatie. Zie het onderdeel
scalarbesturing
op pagina 65.
Opmerking: De functie kan uitsluitend worden gebruikt als parameter
SCALAR is.
U /U
N
(%)
Relatieve uitgangsspanning. IR-
compensatie ingesteld op 15%.
100%
15%
Veldverzwakkingspunt
Spanningsversterking bij nul toeren als percentage van de nominale
motorspanning
op pagina 60.
IR-compensatie bij
Relatieve uitgangsspanning.
Geen IR-compensatie.
Actuele signalen en parameters
147
FbEq
0 ... 18000
0 ... 18000
99.04
=
0
65535
99.04
=
0
65535
99.04
f (Hz)
0 ... 3000
Advertenties
