3. Typ een rij waarden, ingesloten door accoladen { } en gescheiden door komma's.
Bijvoorbeeld:
x={1,1.5,1.75,2}
U kunt ook een lijstvariabele of een uitdrukking die een lijst oplevert, invoeren.
indien de kolom van de onafhankelijke variabele al waarden bevat,
Opmerking:
worden deze getoond als een lijst (die u kunt bewerken).
4. Druk op ¸ om de waarden te verplaatsen naar de kolom van de onafhankelijke
variabele. De tabel wordt geactualiseerd en de corresponderende functiewaarden
worden getoond.
Toevoegen, verwijderen of wissen
Toevoegen, verwijderen of wissen
Toevoegen, verwijderen of wissen
Toevoegen, verwijderen of wissen
Om
Een nieuwe rij toe te voegen
boven een gespecificeerde
rij
Een rij te verwijderen
Een gehele tabel te wissen
(maar niet de geselecteerde
Y= functies)
Tabellen
Moet u dit doen
Markeer een cel in de gespecificeerde rij en
druk op:
@
2 ˆ
H ˆ
De nieuwe rij is niet gedefinieerd (undef)
totdat u een waarde invoert voor de
onafhankelijke variabele.
Markeer een cel in de rij en druk op
Wanneer u een cel markeert in de kolom van
de onafhankelijke variabele, kunt u ook op
0
drukken.
ƒ
Druk op
8. Indien er wordt gevraagd om
bevestiging, drukt u op
‡
.
¸
.
520