Het weergavevenster definiëren
Het weergavevenster definiëren
Het weergavevenster definiëren
Het weergavevenster definiëren
Het weergavevenster toont welk gedeelte van het coördinatenstelsel wordt
weergegeven op het scherm Graph. Door de venstervariabelen in te stellen, kunt u de
begrenzingen en andere kenmerken van het weergavevenster definiëren. De
verschillende modi voor het plotten van functies, zoals function, parametric, polar, etc.,
beschikken over hun eigen set van venstervariabelen.
Venstervariabelen weergeven in de Window Editor
Venstervariabelen weergeven in de Window Editor
Venstervariabelen weergeven in de Window Editor
Venstervariabelen weergeven in de Window Editor
Druk op 8 $ of om de Window Editor te openen.
Venstervariabelen
(getoond in de Window Editor)
Variabele
Omschrijving
xmin, xmax,
Begrenzingen van het weergavevenster.
ymin, ymax
xscl, yscl
Afstand tussen de schaalaanduidingen op de x-en y as.
Grafieken van functies
xmin
yscl
ymin
Overeenkomstig weergavevenster
(getoond op het scherm Graph)
ymax
xscl
xmax
350