4 4 4 4
(convert)
2 key
uitdrukking_eenheid1
Converteert een uitdrukking van de ene eenheid
naar de andere. De eenheden moeten uit dezelfde
categorie komen.
Het _ onderstrepingsteken geeft de eenheden
aan. Zie het module over constanten en
meeteenheden in dit boek voor een lijst van reeds
gedefinieerde eenheden. U kunt drukken op:
@
2
8
8 À
8
8
H
een menu of u kunt de namen van de eenheden
rechtstreeks intypen.
Voor het _ onderstrepingsteken, bij het
rechtstreeks intypen van eenheden, drukt u op:
@
¥
2 5
2
2
2
H
Opmerking: de 4 conversie-operator behandelt
geen temperatuureenheden. Gebruik hiervoor
tmpCnv()
10^()
CATALOG
uitdrukking1
10^ (
) ⇒ ⇒ ⇒ ⇒
lijst1
10^ (
Geeft 10 tot de macht bepaald door het
argument.
Voor een lijst geeft dit 10 verheven tot de macht
bepaald door de elementen van
vierkanteMatrix1
10^(
Geeft 10 tot de macht
hetzelfde als het berekenen van 10 tot de macht
voor ieder element. Voor informatie over de
rekenmethode, zie
vierkanteMatrix 1
resultaat bevat altijd getallen met een drijvende
komma.
xê
CATALOG (^
uitdrukking1
xê
⇒ ⇒ ⇒ ⇒
lijst1
lijst
xê
Geeft de omgekeerde van het argument.
Voor een lijst geeft het de omgekeerden van de
elementen in
vierkanteMatrix1
Geeft de inverse van
vierkanteMatrix1
matrix zijn.
998
⇒ ⇒ ⇒ ⇒
eenheid2
uitdrukking_eenheid2
4 4 4 4 _
9
À om eenheden te selecteren uit
À
À
5
5 5
en
.
@ @ @ @ tmpCnv()
) ⇒ ⇒ ⇒ ⇒
uitdrukking
lijst
lijst1
) ⇒ ⇒ ⇒ ⇒
vierkanteMatrix
vierkanteMatrix1
.
cos()
moet diagonaliseerbaar zijn. Het
)
-1
⇒ ⇒ ⇒ ⇒
uitdrukking
.
lijst1
⇒
vierkanteMatrix
xê
vierkanteMatrix1
moet een niet-singuliere vierkante
3_m 4 _ft ¸
10^(1.5) ¸
10^{0, ë 2,2,a} ¸
.
10^([1,5,3;4,2,1;6, L 2,1]) ¸
niet
. Dit is
3.1^ ë 1 ¸
{a,4, ë .1,x ì 2}^ ë 1 ¸
[1,2;3,4]^ ë 1 ¸
[1,2;a,4]^ ë 1 ¸
.
Appendix A: Functies en instructies
9.842... ø _ft
1
{1
100
1.143...
7 8.171...
6 6.675...
E
E
9.956...
6 7.115...
6 5.813...
E
E
7.652...
6 5.469...
6 4.468...
E
E
1
1
{
ë 10
a
4
31.622
...
100 10 a }
6
E
6
E
6
E
.322581
1
}
x ì 2