.ù
(punt verm.)
¶ p
.
ù matrix2
matrix1
.
ù matrix1
uitdrukking
matrix1
elk element het product is van elk paar
corresponderende elementen in
uitdrukking
waarvan elk element het product is van
uitdrukking
. /
¶ e
(punt delen)
matrix1
.
/ matrix2
uitdrukking
.
/ matrix1
matrix1
elk element het quotiënt is van elk paar
corresponderende elementen in
uitdrukking
elk element het quotiënt is van
element in
.^
(punt machtsv.)
¶ Z
matrix1 .
matrix2
^
.
uitdrukking
matrix1
^
matrix1
element in
corresponderende element in
uitdrukking
elk element van
uitdrukking
ë
(tekenomk.) ·
toets en MATH/Base menu
ë uitdrukking1
⇒ ⇒ ⇒ ⇒
ë lijst1
lijst
⇒ ⇒ ⇒ ⇒
ë matrix1
Geeft de tekenomkering van het argument.
Voor een lijst of matrix worden in het resultaat de
tekenomkeringen van alle elementen
weergegeven.
Indien
uitdrukking1
geheel getal is, geeft de tekenomkering het twee-
complement.
990
toetsen
⇒ ⇒ ⇒ ⇒
matrix
⇒ ⇒ ⇒ ⇒
matrix
.
levert een matrix op waarvan
ù
matrix2
matrix1
.
levert een matrix op
ù
matrix1
en elk element in
matrix1
toetsen
⇒ ⇒ ⇒ ⇒
matrix
⇒ ⇒ ⇒ ⇒
matrix
. /
levert een matrix op waarvan
matrix2
matrix1
. /
levert een matrix op waarvan
matrix1
uitdrukking
matrix1.
toetsen
⇒ ⇒ ⇒ ⇒
matrix
⇒ ⇒ ⇒ ⇒
matrix
.
levert een matrix op waar elk
^ matrix2
de exponent is voor het
matrix2
matrix1
.
levert een matrix op waarin
^ matrix1
de exponent is voor
matrix1
.
⇒ ⇒ ⇒ ⇒
uitdrukking
matrix
een binair of zestientallig
[a,2;b,3]. ù [c,4;5,d] ¸
x. ù [a,b;c,d] ¸
en
.
matrix2
.
[a,2;b,3]./[c,4;5,d] ¸
x./[c,4;5,d] ¸
en
.
matrix2
en elk
[a,2;b,3].^[c,4;5,d] ¸
x.^[c,4;5,d] ¸
.
ë 2.43 ¸
ë { ë 1,0.4,1.2 í 19} ¸
ë a ù ë b ¸
In de basismodus Bin:
0b100101 4 dec ¸
Belangrijk: Nul, niet de letter O.
ë 0b100101 ¸
0b11111111111111111111111111011011
ans(1) 4 dec ¸
Opmerking: om 4 te typen, drukt u op
Opmerking:
Opmerking:
Opmerking:
2 .
Appendix A: Functies en instructies
ë 2.43
{1 ë .4 ë 1.2 í 19}
a ø b
37
ë 37