Stappen en toetsaanslagen
2. Typ
(zonder spaties) als de naam
PROG1
van de nieuwe programmavariabele.
@
D D P R O G j 1
H D D P R O G 1
3. Geef het template van een nieuw
programma weer. De programmanaam,
en
Prgm
EndPrgm
weergegeven.
Nadat u in een invoervenster zoals
Variable hebt getypt, dient u twee maal op
¸ te drukken.
Druk op ¸ ¸
Voorbeelden
worden automatisch
Venster
147