Ê
Stelt de beginwaarde van x in.
Ë
Geeft 0, 1, 2, 3 en 4 weer.
Ì
Verhoogt x.
Í
Geeft 5 weer. Als x de waarde 5 bereikt, wordt de lus niet uitgevoerd.
Loop...EndLoop-lussen
Loop...EndLoop-lussen
Loop...EndLoop-lussen
Loop...EndLoop-lussen
maakt een lus die eindeloos herhaald wordt. De opdracht
Loop...EndLoop
geen argumenten.
De lus bevat gewoonlijk opdrachten, die het programma in staat stellen de lus te
verlaten. Veel gebruikte opdrachten zijn:
:0!x
:Loop
:
Disp x
:
x+1!x
Ê
:
If x>5
:
Exit
:EndLoop
Ë
:Disp x
Programmeren
:Loop
:
--------
:
--------
:EndLoop
:--------
,
If
,
en
(label). Bijvoorbeeld:
Exit
Goto
Lbl
heeft
Loop
676