Download Print deze pagina

Texas Instruments TI-89 Titanium Gebruiksaanwijzing pagina 1012

Verberg thumbnails Zie ook voor TI-89 Titanium:

Advertenties

Bij een gesplitst scherm is
gedeelte van het scherm en
het scherm.
De beschikbare toepassingen zijn diegene die in een lijst worden weergegeven wanneer
u op B drukt in de schermmodus
scherm een andere toepassing hebben tenzij u in de modus 2-graph bent.
Number of Graphs
Number of Graphs
Number of Graphs
Number of Graphs
Specificeert of beide gedeelten van een gesplitst scherm tegelijkertijd een grafiek weer
kunnen geven.
1
2
Graph 2
Graph 2
Graph 2
Graph 2
Specificeert het type grafiek dat u kunt tekenen als tweede grafiek van een gesplitst
scherm. Dit is alleen actief als
stelt
het type grafiek voor het bovenste of linker gedeelte van het scherm in en
Graph
stelt het onderste of rechter gedeelte van het scherm in. De bechikbare keuzen
Graph 2
zijn dezelfde als voor
Split Screen Ratio (alleen Voyage™ 200)
Split Screen Ratio (alleen Voyage™ 200)
Split Screen Ratio (alleen Voyage™ 200)
Split Screen Ratio (alleen Voyage™ 200)
Specificeert de verhouding tussen de afmetingen van de twee delen van een gesplitst
scherm.
1:1
1:2
2:1
Exact/Approx
Exact/Approx
Exact/Approx
Exact/Approx
Specificeert hoe gebroken en symbolische uitdrukkingen berekend en weergegeven worden.
Door gebroken en symbolische vormen in de instelling
Titanium / Voyage™ 200 de nauwkeurigheid door de meeste numerieke afrondingsfouten uit te
schakelen.
1:AUTO
2:EXACT
3:APPROXIMATE
Split 1 App
Split 2 App
of wanneer u op O drukt. U moet in ieder
Page 2
Alleen één gedeelte kan grafieken weergeven.
Beide gedeelten kunnen een onafhankelijk grafisch
scherm weergeven (instelling Graph of Graph 2)
met onafhankelijke instellingen.
Number of Graphs
.
Graph
Het scherm wordt in gelijke delen gesplitst.
Het onderste of rechter gedeelte is ongeveer twee
maal zo groot als het bovenste of linker gedeelte.
Het bovenste of linker gedeelte is ongeveer twee
maal zo groot als het onderste of rechter gedeelte.
Gebruikt in de meeste gevallen de instelling
EXACT. Wanneer de invoer echter een
decimaalteken bevat, wordt APPROXIMATE
gebruikt.
Geeft resultaten met niet-gehele getallen weer in
hun gebroken of symbolische vorm.
Geeft numerieke resultaten weer in een vorm met
een drijvende komma.
de toepassing voor het bovenste of linker
voor het onderste of rechter gedeelte van
=
. In deze twee-grafieken instelling
2
te houden verhoogt de TI-89
EXACT
1012

Advertenties

loading