3. Druk op ¸.
argumenten specificeren de beginwaarden voor een programma.
Opmerking:
Als u een programma uitvoert, controleert de TI-89 Titanium / Voyage™ 200
Graphing Calculator dit automatisch op fouten. De volgende melding wordt bijvoorbeeld
getoond als u:
•
Geen ( ) achter de programmanaam
invoert.
Deze foutmelding verschijnt wanneer u:
•
Onvoldoende argumenten invoert, als er
argumenten vereist zijn.
Als u de uitvoering van een programma wilt beëindigen als er een fout optreedt, drukt u
op N. Vervolgens kunt u eventuele problemen oplossen en het programma opnieuw
uitvoeren.
de TI-89 Titanium / Voyage™ 200 controleert ook op uitvoeringsfouten die in
Opmerking:
het programma zelf worden aangetroffen.
Een programma "onderbreken"
Een programma "onderbreken"
Een programma "onderbreken"
Een programma "onderbreken"
Terwijl een programma wordt uitgevoerd wordt de aanduiding
weergegeven.
Programmeren
op de statusregel
BUSY
632