Stappen en toetsaanslagen
2. Voer een kolom met getallen in. Verplaats
de cursor vervolgens één cel omhoog
(zodat u kunt zien dat de waarde van een
gemarkeerde cel wordt weergegeven op
de invoerregel).
In de linkerbovenhoek ziet u de tekst
die aangeeft dat dit een lijstvariabele is.
U kunt D gebruiken in plaats van ¸
om informatie in een cel in te voeren.
Druk op 1 ¸ 2 ¸ 3 ¸ 4 ¸
5 ¸ 6 ¸ C
3. Ga naar kolom 2 en definieer de koptekst
van deze kolom zo, dat deze twee keer
de waarde van kolom 1 heeft.
In de linkerbovenhoek ziet u de tekst
die aangeeft dat de lijstvariabele is
DATA
omgezet in een gegevensvariabele.
@
B † 2 p j C 1 ¸
H B † 2 p C 1 ¸
Voorbeelden
Venster
,
LIST
Œ
betekent dat de cel
zich in een
134