Stappen en toetsaanslagen
5. Markeer de functievariabele
inhoud van die variabele.
Merk op dat de functie is toegekend met
, maar op het scherm als
f(x)
weergegeven.
@
D 2 ˆ
H D ˆ
6. Sluit het venster Contents.
Druk op N
7. Sluit, terwijl de variabele
gemarkeerd is, het scherm
plak de variabelenaam op de invoerregel.
Merk op dat ook "
Druk op ¸
8. Voltooi de bewerking.
Druk op 2 d ¸
Voorbeelden
en bekijk de
f
wordt
f
nog steeds
f
VAR-LINK
" wordt geplakt.
f
Venster
5
†
f(
en
5
f(2)
†
162