U kunt:
Verwijzen naar een functie of
vergelijking die elders
gedefinieerd is.
Opmerking:
•
Gebruik geen
systeemfunctienamen (zoals
y1(x)
r1(
q
)
of
) voor
eenvoudige variabelen (
r1
).
•
Wees voorzichtig met
impliciete vermenigvuldiging.
a(m2+m1)
Bijvoorbeeld:
wordt behandeld als een
functiereferentie, niet als
a
(m2+m1)
†
.
Een uitdrukking typen zonder
een = teken.
Opmerking: wanneer u de
variabelen definieert, kunt u exp
definiëren of er naar oplossen.
Een eerder ingevoerde
vergelijking opvragen of een
opgeslagen vergelijking openen.
Opmerking: nadat u op
heeft gedrukt, wordt de actuele
vergelijking automatisch
opgeslagen onder de
systeemvariabele eqn.
Numeric Solver
Bijvoorbeeld:
Neem aan dat u y1(x) definieerde in:
•
De Y= Editor:
y1(x)=1.25x
als
– of –
•
Het basisscherm: als
Define y1(x)=1.25x
In de Numeric Solver, voert u dan in:
y1(x)=0 of y1(t)=0, etc.
y1
of
e+f
ln(g)
N
Nadat u op
de vergelijking gelijk gesteld aan een
systeemvariabele die exp heet, en
ingevoerd als:
exp=e+f
N
Zie de betreffende paragraaf, verderop in
deze module.
¸
cos(x)
†
cos(x)
†
Het argument hoeft
niet overeen te
komen met het
argument dat gebruikt
werd om de functie of
vergelijking te
definiëren.
¸
heeft gedrukt, wordt
ln(g)
737