Fouten in programma's opsporen en fouten
Fouten in programma's opsporen en fouten
Fouten in programma's opsporen en fouten
Fouten in programma's opsporen en fouten
afhandelen
afhandelen
afhandelen
afhandelen
Nadat u een programma hebt geschreven, kunt u verschillende technieken gebruiken
om fouten te vinden en te corrigeren. U kunt ook een foutafhandelingsopdracht in het
programma zelf inbouwen.
Run-time fouten
Run-time fouten
Run-time fouten
Run-time fouten
De eerste stap bij het opsporen van fouten in uw programma bestaat eruit, het
programma uit te voeren. De TI-89 Titanium / Voyage™ 200 Graphing Calculator
controleert iedere uitgevoerde opdracht automatisch op syntaxfouten. Als er een fout
wordt aangetroffen, geeft een melding de aard van de fout aan.
•
Als u het programma in de Program
Editor wilt weergeven, drukt u op ¸.
De cursor bevindt zich in de buurt van de
fout.
•
Als u het uitvoeren van het programma wilt beëindigen om terug te keren naar het
basisscherm, drukt u op N.
Als uw programma de gebruiker in staat stelt te kiezen uit meerdere opties, voer dan
elke optie van het programma uit om deze te testen.
Programmeren
698