MOTORKAP
De hendel voor het openen van de motor-
kap bevindt zich uiterst links onder het
dashboard.
Openen:
– trek aan hendel (A-fig. 146) totdat
u de ontgrendeling hoort;
– druk het hendeltje (A-fig. 147) van
de beveiliging omhoog;
– til de motorkap op.
BELANGRIJK Het optillen van de
motorkap wordt vergemakkelijkt door
twee gasveren aan de zijkant. Wij raden u
aan deze gasveren niet te demonteren en
de motorkap tijdens het optillen te bege-
leiden.
fig. 146
Open
alleen als de auto stil-
staat.
GEVAAR - ERNSTIG LET-
SEL. Als u controle- of
onderhoudswerkzaam-
heden in de motorruimte uitvoert,
moet u er vooral op letten dat u
uw hoofd niet stoot tegen het
uitstekende deel van de motor-
kap.
Kom bij het uitvoeren
van werkzaamheden in
de motorruimte niet in de
buurt van de elektroventilateur
als de motor nog warm is: de
elektroventilateur kan, ook bij
uitgeschakeld contact, onver-
wacht inschakelen. Wacht totdat
de motor is afgekoeld.
A0A0135b
fig. 147
de
motorkap
bewegende onderdelen worden
gegrepen.
deze tijdens het rijden opengaat.
Controleer daarom altijd of de
motorkap goed vergrendeld is.
Als u tijdens het rijden merkt dat
de
vergrendeld, stop dan onmiddel-
lijk en sluit de motorkap op de
juiste wijze.
Sluiten:
A0A0707b
– laat de motorkap tot op ongeveer 20
cm van de motorruimte zakken, laat de
motorkap vallen en controleer of de
motorkap goed is gesloten door de motor-
kap omhoog te trekken. De motorkap
mag niet alleen door de vanghaak ver-
grendeld zijn.
Druk in dit laatste geval de motorkap
niet dicht, maar til hem opnieuw op en
herhaal de handeling.
Ook sjaals, dassen of
loszittende kledingstuk-
ken
kunnen
door
Controleer altijd of de
motorkap vergrendeld is
om te voorkomen dat
motorkap
niet
goed
de
is
131