LENDENSTEUNVERSTELLING
(
BESTUURDERSSTOEL
fig. 12
Draai aan de knop (D) totdat de
gewenste stand is bereikt.
HOOGTEVERSTELLING
(
BESTUURDERSSTOEL
fig. 12
Trek, voor het omhoog verplaatsen van
de stoel, de hendel (B) omhoog. Beweeg
de hendel vervolgens op en neer, totdat
de gewenste zithoogte is bereikt en laat
de hendel los. Duw, voor het omlaag ver-
plaatsen van de stoel, de hendel (B)
omlaag. Beweeg de hendel vervolgens op
en neer, totdat de gewenste zithoogte is
bereikt en laat de hendel los.
BELANGRIJK De hoogte kan alleen
worden ingesteld als u op de bestuurders-
stoel zit.
RUGLEUNING OMKLAPPEN
)
(
)
fig. 12
Trek voor toegang tot de zitplaatsen ach-
ter aan handgreep (E), kantel de rugleu-
ning naar voren, waarbij tevens de stoel
vrij naar voren kan schuiven.
)
Door een stelmechanisme met geheugen
kan de stoel automatisch weer worden
teruggezet in de oorspronkelijke stand.
Als de rugleuning is teruggeklapt in de
normale gebruiksstand, controleer dan of
deze goed vergrendeld is, door te contro-
leren of de "rode band" op het bovenste
gedeelte van de handgreep (E) onzicht-
baar is. Als de "rode band" zichtbaar is, is
de rugleuning niet goed vergrendeld.
Controleer bovendien of de stoel goed
geblokkeerd is door deze naar voren en
naar achteren te duwen.
RUGLEUNINGVERSTELLING
)
12
Draai aan de knop (C) totdat de
gewenste stand is bereikt.
CENTRALE ARMSTEUN (fig. 13
De armsteun, waarmee enige uitvoerin-
gen zijn uitgerust, kan omhoog of omlaag
in de gewenste stand worden afgesteld.
Til voor het afstellen de armsteun iets op
en druk vervolgens op de ontgrendeling
(A).
De armsteun is voorzien van een inwen-
dig opbergvak. Open het deksel door op
vergrendeling (B) te drukken om het vak
te gebruiken.
(
fig.
fig. 13
)
A0A0023b
17