PORTIERVERGRENDELING
(fig. 112)
U kunt de centrale portiervergrendeling
inschakelen door knop (E) op de midden-
console in te drukken, onafhankelijk van
de stand van de contactsleutel.
Het lampje brandt:
– continu geel als de contactsleutel in
stand MAR staat;
– knipperend rood als de contactsleutel
in stand STOP staat (waarschuwing).
BRANDSTOFNOOD-
SCHAKELAAR (fig. 113)
Deze
veiligheidsschakelaar
omhoog bij een ongeval, waardoor de
toevoer van brandstof wordt gestopt en de
motor afslaat. De schakelaar bevindt zich
aan de onderzijde naast de stijl van het
bestuurdersportier.
De
werking
van
de
noodschakelaar wordt weergegeven op
het display van het instrumentenpaneel.
fig. 113
Als u na een ongeval een
brandstoflucht ruikt of
merkt dat het brandstof-
springt
systeem lekt, druk dan de scha-
kelaar niet terug, zodat brand
wordt voorkomen.
brandstof-
Als u geen brandstoflekkage waarneemt
en de auto kan nog verder rijden, druk
dan op knop (A) om de brandstoftoevoer
weer te herstellen.
A0A0092b
107