DRUKKNOPPEN VOOR DE
LUCHTVERDELING (fig. 104)
Als u een of meer knoppen (10)
indrukt, dan kunt u handmatig één van de
5 mogelijke verdelingen van de lucht naar
het interieur kiezen:
R E Lucht uit de uitstroomopeningen in
het midden en aan de zijkant van
het dashboard en uit de uitstroom-
opening achter.
R
E Lucht uit de luchtroosters van de been-
Z
ruimten (warmere lucht), de uit-
stroomopeningen in het midden en
aan de zijkant van het dashboard en
uit de uitstroomopening achter (koe-
lere lucht). Deze luchtverdeling is bij-
zonder nuttig in de gematigde sei-
zoenen (voor- en najaar) als de zon
schijnt.
Z Lucht uit de luchtroosters van de been-
ruimten voor en achter. Met deze
luchtverdeling kan in een zo kort mo-
gelijke tijd de lucht in het interieur
worden verwarmd, omdat warme
lucht opstijgt. Dit geeft snel een warm
gevoel bij koude lichaamsdelen
fig. 104
Q
Lucht uit de luchtroosters in de been-
Z
ruimte voor en achter en de lucht-
roosters voor ontwaseming/ontdooi-
ing van de voorruit en zijruiten voor.
Deze luchtverdeling zorgt voor een
goede verwarming van het interieur
en voorkomt het eventuele beslaan
van de ruiten.
Q Lucht uit de luchtroosters voor de
ontdooiing/ontwaseming van de
voorruit en de zijruiten voor.
BELANGRIJK Als u een van deze knop-
pen indrukt, dan schakelt u de functie in
(het lampje op de knop brandt) of uit (het
lampje op de knop gaat uit), als de geko-
zen combinatie mogelijk is. Als de combi-
natie niet mogelijk is, dan wordt alleen de
hoofdfunctie van de knop ingeschakeld.
De functie kan niet worden uitgeschakeld
door de knop nogmaals in te drukken (de
luchtstroom moet het interieur via ten
minste een mogelijkheid bereiken).
Voor het hervatten van de automatische
werking van de luchtverdeling na een
handmatige instelling, moet u knop (13)
indrukken.
AUTO
A0A0208b
99