PLAFONDLAMPJE ACHTER
(fig. 132)
BELANGRIJK Als een portier wordt
geopend, gaat de plafondverlichting auto-
matisch gedurende ongeveer 3 minuten
branden en gaat vervolgens uit; als de
portieren worden gesloten (binnen deze 3
minuten), dan blijft de verlichting nog
ongeveer 7 seconden branden, als hulp bij
het starten van de motor.
Als u met de afstandsbediening de por-
tieren ontgrendelt, gaat de plafondverlich-
ting geleidelijk met de volle sterkte bran-
den gedurende ongeveer 15 seconden.
Als u de portieren met de afstandsbedie-
ning vergrendelt, gaat de plafondverlich-
ting geleidelijk uit.
De interieurverlichting dooft als de con-
tactsleutel in stand MAR wordt gezet (bij
gesloten portieren).
fig. 132
Het plafondlampje is voorzien van een
schakelaar met drie standen.
Als schakelaar (A) in de middelste stand
(0) staat, gaat het plafondlampje bran-
den als een portier wordt geopend.
Als u de schakelaar naar rechts (stand
1) schuift, blijft de plafondverlichting
altijd gedoofd.
Als u de schakelaar naar links (stand 2)
schuift, blijft de plafondverlichting altijd
branden.
BELANGRIJK Als u de contactsleutel in
stand STOP zet, kan de plafondverlichting
nog 15 minuten ingeschakeld blijven.
Hierna dooft de verlichting om de accu te
sparen.
BELANGRIJK Controleer voordat u de
auto verlaat of schakelaar (A) in de mid-
delste stand (0) staat. Op deze manier
dooft de plafondverlichting na het sluiten
A0A0633b
van de portieren.
INSTAPVERLICHTING
(fig. 133) (voor bepaalde uitvoerin-
gen/markten)
De verlichting (A) in de portieren gaat
branden als het portier wordt geopend,
ongeacht de stand van de contactsleutel.
fig. 133
A0A0243b
123