DRUKKNOP IN-/UITSCHA-
KELEN RECIRCULATIE (fig. 107)
Er zijn drie mogelijkheden:
- automatische regeling; dit wordt aan-
gegeven door een brandend rechter lamp-
je op de knop;
- handmatig ingeschakeld (recirculatie
altijd ingeschakeld); dit wordt aangege-
ven door een brandend linker lampje op
de knop (het lampje rechts gaat tegelij-
kertijd uit);
- handmatig uitgeschakeld (recirculatie
altijd uitgeschakeld met luchttoevoer van
buiten); beide lampjes zijn uit.
Deze drie mogelijkheden kunnen wor-
den ingeschakeld door meerdere keren op
de recirculatieknop (8) v te drukken.
Als de recirculatiefunctie automatisch
door het systeem wordt geregeld, dan
blijft het rechter lampje op recirculatie-
knop (8) v altijd branden en geeft het
linker lampje de werking van de recircula-
tiefunctie weer:
aan = recirculatiefunctie werkt;
uit = recirculatiefunctie uitgeschakeld.
Als de recirculatiefunctie handmatig is in-
of uitgeschakeld, dan is het lampje op
knop (13)
uit.
AUTO
fig. 107
Bij de automatische werking wordt de
recirculatie automatisch ingeschakeld, ook
wanneer de luchtkwaliteitsensor de aan-
wezigheid van vervuilde lucht signaleert,
bijvoorbeeld tijdens het rijden in de stad, in
een file, in tunnels en als de ruitensproei-
ers worden ingeschakeld (met de typische
alcoholgeur).
Bij een lage buitentem-
peratuur werkt de airco-
compressor niet. Het ver-
dient daarom aanbeveling om de
recirculatiefunctie v bij lage
buitentemperaturen
gebruiken, omdat de ruiten anders
snel kunnen beslaan.
Met
functie kan zeer snel de
gewenste
worden bereikt als het systeem
"verwarmt" of "koelt". Het is
echter niet raadzaam deze functie
handmatig in te schakelen op
regenachtige of koude dagen,
omdat dan de ruiten aan de bin-
nenzijde aanzienlijk sneller kun-
nen beslaan, vooral als de aircon-
ditioning niet is ingeschakeld.
niet
te
A0A0212b
de
recirculatie-
temperatuur
101