MOTOR UITZETTEN
– Laat het gaspedaal los en wacht tot de
motor met stationair toerental draait.
– Draai de contactsleutel in stand
STOP. Hierdoor wordt de motor uitgezet.
BELANGRIJK Het is beter om de
motor na een zware rit even "op adem"
te laten komen. Zet de motor niet onmid-
dellijk uit, maar laat hem even stationair
draaien. Hierdoor kan de temperatuur in
de motorruimte dalen.
Geef niet bruusk gas
vlak voordat de motor
wordt uitgezet. Dit geldt
voor alle motoren, maar in het
bijzonder voor motoren die voor-
zien zijn van een turbocompres-
sor.
Gasgeven voordat u de motor
uitzet heeft geen enkel nut, ver-
spilt brandstof en is zeer schade-
lijk voor de lagers in de turbo-
compressor.
BELANGRIJK Als de motor afslaat bij
een rijdende auto kan, als de motor wordt
gestart, het CODE-controlelampje (Y)
gaan branden. Zet, als dit gebeurt, de
motor uit, start opnieuw bij stilstaande
auto en controleer of het lampje uitgaat.
Als dat niet het geval is, wendt u dan tot
de Alfa Romeo-dealer.
NOODSTART
Als de regeleenheid van de Alfa CODE de
via de contactsleutel gezonden code niet
herkent (controlelampje Y op het instru-
mentenpaneel brandt constant), kan een
noodstart worden uitgevoerd met de code
die op de CODE-card vermeld staat.
Zie voor de juiste procedure het hoofd-
stuk "Noodgevallen".
Probeer auto's nooit te
starten door ze aan te
duwen, te slepen of van
een helling af te laten rijden. Op
die wijze kan er onverbrande
brandstof
in
de
katalysator
terechtkomen, waardoor deze
onherstelbaar zal beschadigen.
Houd er rekening mee
dat de rem- en stuurbe-
krachtiging niet werken
zolang de motor niet is aangesla-
gen, waardoor meer kracht nodig
is voor de bediening van het rem-
pedaal en het stuur.
171