Als u de contactsleutel in
stand MAR draait, gaat
het lampje F (met de
schakelaar voor uitschakeling van
frontairbag aan passagierszijde in
stand ON) enige seconden branden
en vervolgens enige seconden
knipperen, om aan te geven dat de
airbag aan passagierszijde bij een
ongeval
wordt
Hierna moet het lampje doven.
De stoelen mogen niet
met water worden afge-
nomen of met stoom wor-
den gereinigd (met de hand of in
een automatisch wasapparaat).
44
sing waarbij alleen de gordel-
spanners worden geactiveerd. Bij
aanrijdingen die tussen die twee
drempelwaarden in liggen, treden
alleen de gordelspanners in wer-
king.
geactiveerd.
handgrepen.
ling. Omdat de frontairbags niet
worden geactiveerd bij frontale
botsingen bij lage snelheid, bij zij-
delingse aanrijdingen en als de
auto van achter wordt aangereden
of over de kop slaat, worden in
deze gevallen de inzittenden uit-
sluitend door de veiligheidsgordels
beschermd. De gordels moeten dus
altijd gedragen worden.
De frontairbag treedt in
werking als de botsing
zwaarder is dan een bot-
Haak geen harde voor-
werpen aan de kleding-
haakjes en aan de steun-
De airbag is geen vervan-
ging voor de veiligheids-
gordels, maar een aanvul-
HENDELS AAN HET
STUUR
De systemen die met de hendels aan het
stuur worden bediend, kunt u alleen
bedienen als de contactsleutel in de stand
MAR staat.
HENDEL LINKS
Met de linker hendel bedient u de bui-
tenverlichting, behalve de mistlampen en
mistachterlichten.
Als u de buitenverlichting inschakelt, gaan
ook de verlichting van het instrumenten-
paneel en de bedieningsknoppen op het
dashboard branden.
Alleen als het contactslot in stand
PARK staat, blijven de buitenverlichting
en de kentekenverlichting branden, onge-
acht de stand van de draaiknop.
Als de hendel in stand (1 of 2-fig. 60)
staat, dan blijft alleen de buitenverlichting
(voor en achter) resp. rechts of links bran-
den.
(
)
Verlichting uit
fig. 55
Als het symbool O op de draaiknop
tegenover het merkstreepje staat, dan is
de buitenverlichting uitgeschakeld.