Pagina 2
Wij raden u aan alle hoofdstukken door te lezen voordat u voor de eerste keer met de auto gaat rijden. Dit instructieboekje bevat informatie, tips en aanwijzingen die u zullen helpen de technische kwaliteiten van uw Alfa Romeo volledig te benutten.
(met het risico van een minimum octaangetal van 95 RON. geleidelijke ontlading van de accu), moet u zich wenden tot het Alfa Romeo Servicenetwerk; deze kan Dieselmotoren : tank uitsluitend diesel voor motorvoertuigen het totale opgenomen vermogen meten en controleren conform de Europese specificatie EN590.
Pagina 4
INHOUD Wegwijs in uw auto Veiligheid Starten en rijden In noodgevallen Voorzorgsmaatregelen en onderhoud Technische gegevens Inhoud...
WEGWIJS IN UW AUTO DASHBOARD De aanwezigheid en opstelling van de bedieningsorganen, instrumenten en lampjes is afhankelijk van de uitvoering van de auto. fig. 1 A0J0191m 1. Uitstroomopening naar zijruiten - 2. Verstelbare en richtbare uitstroomopening - 3. Bedieningshendel buitenverlichting - 4. Instrumenten- paneel - 5.
WEGWIJS IN UW AUTO INSTRUMENTENPANEEL EN INSTRUMENTEN A0J0141m fig. 2 VERSIES MET MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY A Snelheidsmeter B Multifunctioneel display C Toerenteller D Brandstofmeter met brandstofreservelampje E Koelvloeistoftemperatuurmeter met waarschuwingslampje te hoge temperatuur Lampjes die alleen in de dieseluitvoeringen aanwezig zijn. In de dieseluitvoeringen is het bereik van de toerenteller 6000 toeren WAARSCHUWING De achtergrondkleur van de instrumenten en het type instrumenten zijn afhankelijk van de uitvoeringen.
WEGWIJS IN UW AUTO A0J0002m fig. 3 VERSIES MET INSTELBAAR MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY A Snelheidsmeter B Instelbaar multifunctioneel display C Toerenteller D Brandstofmeter met brandstofreservelampje E Koelvloeistoftemperatuurmeter met waarschuwingslampje te hoge temperatuur Lampjes die alleen in de dieseluitvoeringen aanwezig zijn. In de dieseluitvoeringen is het bereik van de toerenteller 6000 toeren WAARSCHUWING De achtergrondkleur van de instrumenten en het type instrumenten zijn afhankelijk van de uitvoeringen.
WEGWIJS IN UW AUTO A0J0006m fig. 4 SPORT UITVOERINGEN MET MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY A Snelheidsmeter B Multifunctioneel display C Toerenteller D Brandstofmeter met brandstofreservelampje E Koelvloeistoftemperatuurmeter met waarschuwingslampje te hoge temperatuur Lampjes die alleen in de dieseluitvoeringen aanwezig zijn. In de dieseluitvoeringen is het bereik van de toerenteller 6000 toeren WAARSCHUWING De achtergrondkleur van de instrumenten en het type instrumenten zijn afhankelijk van de uitvoeringen.
WEGWIJS IN UW AUTO A0J0084m fig. 5 SPORT UITVOERINGEN MET INSTELBAAR MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY A Snelheidsmeter B Instelbaar multifunctioneel display C Toerenteller D Brandstofmeter met brandstofreservelampje E Koelvloeistoftemperatuurmeter met waarschuwingslampje te hoge temperatuur Lampjes die alleen in de dieseluitvoeringen aanwezig zijn. In de dieseluitvoeringen is het bereik van de toerenteller 6000 toeren WAARSCHUWING De achtergrondkleur van de instrumenten en het type instrumenten zijn afhankelijk van de uitvoeringen.
In dit geval moet de motor uitgeschakeld worden en systeem. Op het display verschijnt de betreffende mededeling. dient men zich tot het Alfa Romeo Servicenetwerk te wenden. Aangetrokken handrem (rood) Als u het contactslot op MAR draait, gaat het lampje branden. Het moet echter na enkele seconden doven.
Rijd zeer voorzichtig onmiddellijk naar de dichtstbijzijn- de voorste remblokken; als deze moeten worden vervangen, moe- de bedrijf in het Alfa Romeo Servicenetwerk om het systeem te ten ook de remblokken achter worden gecontroleerd. laten controleren. Op het display verschijnt de betreffende mede- deling.
Pagina 15
Als het lampje (of het symbool op het display) constant blijft bran- De storing van het lampje “ wordt aangegeven den of knippert, moet u zich wenden tot het Alfa Romeo Service- door het branden van lampje ¬ . Bovendien zorgt netwerk.
Wendt u zich in dit geval tot het Alfa Romeo Servicenetwerk. Op het display verschijnt de betreffende mededeling. Oliekwaliteit onvoldoende (dieseluitvoeringen) Het lampje knippert als het systeem verouderde olie signaleert.
Pagina 17
Als bij het starten van de motor het lampje opnieuw gaat branden, wendt u dan Bij enkele versies worden een bericht + symbool tot het Alfa Romeo Servicenetwerk. op het display weergegeven als de bagageruimte ge- opend is.
Wendt wendt u dan u zo snel mogelijk tot het Alfa Romeo Ser- u in dit geval zo snel mogelijk tot het Alfa Romeo Servicenetwerk. vicenetwerk. De werking van het lampje U kan met spe- Het lampje dooft als de storing verdwijnt;...
(waar voorzien) aan te geven: Wendt het lampje knippert tijdens het rijden, dan geeft dit aan dat het u zich in dit geval zo snel mogelijk tot het Alfa Romeo Service- VDC in werking is getreden.
Wendt u zo snel mogelijk tot het Alfa Romeo Servi- brandstoftank zijn gekomen: zet in dit geval de motor di- cenetwerk om de storing te laten verhelpen.
WEGWIJS IN UW AUTO Storing buitenverlichting Kans op gladheid √ Bij enige uitvoeringen wordt een mededeling + sym- Bij uitvoeringen met een “Multifunctioneel instelbaar bool op het display weergegeven als een storing van display” wordt een mededeling + symbool op het dis- de verlichting wordt gesignaleerd: play weergegeven als de buitentemperatuur lager of ge- lijk is aan 3°C.
Pagina 22
Storing regensensor (waar voorzien) Bij enkele uitvoeringen worden een bericht + symbool Als het lampje tijdens het rijden knippert, moet u op het display weergegeven als in de regensensor een zich tot het Alfa Romeo Servicenetwerk wenden. storing is gesignaleerd. Storing parkeersensoren Ü...
Pagina 23
WEGWIJS IN UW AUTO Dieselfilter verstopt Algemene storing (ambergeel) è (dieseluitvoeringen) (ambergeel) (waar voorzien) Het lampje gaat branden (en tegelijk verschijnt een me- Bij enkele uitvoeringen gaat het lampje branden als een dedeling op het display) als het roetfilter is verstopt. van de volgende gebeurtenissen optreedt.
Pagina 24
(zie “Wiel verwisselen” kele uitvoeringen in combinatie met het bericht op het display) om in hoofdstuk “4”) en ga zo snel mogelijk naar het Alfa Romeo Ser- aan te geven dat de bandenspanning onder de aanbevolen waar- vicenetwerk.
WEGWIJS IN UW AUTO Weergave selectie rijfunctie Mistachterlichten (geel) (“Alfa dna”) (indien aanwezig) Het lampje gaat branden als de mistachterlichten wor- Bij uitvoeringen met een “Multifunctioneel instelbaar display” wordt den ingeschakeld. een mededeling + symbool afhankelijk van de rijfunctie “DYNA- MIC”, “NORMAL”...
Pagina 26
WEGWIJS IN UW AUTO Grootlicht (blauw) Buitenverlichting (groen) Het lampje gaat branden als de buitenverlichting wordt Het lampje gaat branden als het grootlicht ingescha- keld wordt. ingeschakeld. Follow me home (groen) Richtingaanwijzer links (groen) Het lampje gaat branden (in combinatie met een bericht op het Het lampje gaat branden als de bedieningshendel van display) als dit systeem gebruikt wordt.
WEGWIJS IN UW AUTO DISPLAY “STANDAARD” SCHERM MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY fig. 6 De auto kan uitgerust zijn met een multifunctioneel / instelbaar Op het display verschijnen de volgende aanwijzingen: multifunctioneel display dat in staat is de gebruiker tijdens de rit A. Datum nuttige informatie te verstrekken afhankelijk van de vooraf ge- B.
Pagina 28
WEGWIJS IN UW AUTO “STANDAARD” SCHERM MULTIFUNCTIONEEL Als, bij enkele uitvoeringen, de functie “DYNAMIC” geselecteerd INSTELBAAR DISPLAY fig. 7 wordt, wordt op het display de turbodruk weergegeven, fig. 8. Op het display verschijnen de volgende aanwijzingen: A. Tijd B. Dagkilometerstand (of mijlen) C.
WEGWIJS IN UW AUTO WELCOME MOVEMENT Verlichting van de symbolen/displays Als bij enkele uitvoeringen het contactslot op MAR wordt gedraaid, Enige seconden na het inschakelen van het contactslot worden ach- dan: tereenvolgens de meters, de symbolen het display verlicht. ❍ vindt de snelle beweging (stijging/daling) van de wijzers van Grafische weergave de snelheidsmeter en de toerenteller plaats;...
WEGWIJS IN UW AUTO DRUKKNOPPEN fig. 9 WAARSCHUWING De knoppen “+” en “–” activeren verschillen- de functies, afhankelijk van de situaties: “+” om het scherm en de betreffende opties naar boven te door- ❍ om u binnen het menu het menu omhoog of omlaag te door- lopen of om de weergegeven waarde te verhogen.
Pagina 31
WEGWIJS IN UW AUTO SETUP-MENU Het menu bestaat uit de volgende opties: – MENU Het menu geeft de verschillende functies weer; als een functie wordt gekozen met de knoppen + en –, dan kunnen de hierna aange- – ZOEMER SNELHEIDSLIMIET geven keuzes en instellingen (setup) worden uitgevoerd.
WEGWIJS IN UW AUTO Optie van het hoofdmenu Selectie van een optie in het hoofdmenu met zonder submenu selecteren: een submenu: – als de MENU ESC knop kort wordt ingedrukt, dan kan een on- – als MENU ESC knop kort wordt ingedrukt, dan wordt het eer- derdeel in het hoofdmenu worden gekozen dat gewijzigd moet ste onderdeel in het submenu weergegeven;...
WEGWIJS IN UW AUTO MENU-OPTIES WAARSCHUWING De instelling is mogelijk tussen 30 en 200 km/h of tussen 20 en 125 mph, afhankelijk van de ingestelde een- heid; zie de paragraaf “Instelling eenheid”. Telkens als de + of – Menu knop wordt ingedrukt, wordt de waarde met 5 eenheden verhoogd Met dit onderdeel kan het Setup-menu worden bereikt.
Pagina 34
WEGWIJS IN UW AUTO Schemersensor (instelling gevoeligheid Regensensor (instelling gevoeligheid schemersensor voor automatisch inschakelen regensensor) (waar voorzien) buitenverlichting) (waar voorzien) Met deze functie kan de gevoeligheid van de regensensor (op 4 Met deze functie kan de gevoeligheid van de schemersensor op niveaus) ingesteld worden.
Gegevens Trip B (Inschakeling Trip B) Tijd instellen (Klok instellen) Met deze functie kan de weergave van Trip B (dag-/ritgegevens) Met deze functie kan het klokje worden ingesteld m.b.v. twee sub- ingeschakeld (On) of uitgeschakeld (Off) worden. menu’s: “Tijd” en “Formaat”. Zie voor meer informatie de paragraaf “Tripcomputer”.
WEGWIJS IN UW AUTO – als het submenu “Formaat” is gekozen: druk kort op de knop Datum instellen MENU ESC waarna het display knipperend de wijze van weerga- Met deze functie kan de datum (dag - maand - jaar) worden in- ve toont;...
WEGWIJS IN UW AUTO Eerste pagina (weergave informatie in het Weergave radio (Herhaling audio-informatie) hoofdscherm) (waar voorzien) Met deze functie kan de radio-informatie op het display worden Met deze functie kan het type informatie geselecteerd worden dat weergegeven. men in het hoofdscherm weergegeven moet worden. Het is mo- –...
WEGWIJS IN UW AUTO Autoclose (automatische centrale Meeteenheden (eenheden instellen) portiervergrendeling bij rijdende auto) Met deze functie kan de eenheid m.b.v. drie submenu’s worden Als deze functie is ingeschakeld (On), dan worden de portieren au- ingesteld: “Afstand”, “Verbruik” en “Temperatuur”. tomatisch vergrendeld, zodra de auto sneller rijdt dan 20 km/h Ga voor het instellen van de gewenste eenheid als volgt te werk: Ga voor het in- of uitschakelen van deze functie als volgt te werk:...
Pagina 39
WEGWIJS IN UW AUTO Als de ingestelde eenheid van de afstand “km”, dan kan vervol- Taal (Taal instellen) gens de eenheid voor verbruik “km/l” of “l/100km” worden U kunt de taal van het display instellen: Italiaans, Engels, Duits, ingesteld. Portugees, Spaans, Frans, Nederlands, Turks, Braziliaans. Als de eenheid voor de afstand is ingesteld op “mi”, dan wordt Ga om de gewenste taal in te stellen als volgt te werk: op dit scherm de eenheid voor brandstofverbruik “mpg”...
WEGWIJS IN UW AUTO Volume waarschuwingen (Instelling volume Vol. knoppen (Instelling volume knoppen) geluidssignaal storingen/waarschuwingen) Met deze functie kan het volume van het geluid, dat klinkt bij Met deze functie kan het volume van het geluidssignaal (zoemer), het indrukken van de knoppen MENU ESC, + en –, op 8 niveaus dat klinkt als een storing/waarschuwing wordt weergegeven, in- worden ingesteld.
Pagina 41
“Service” gevolgd door het resterende aantal kilometers/mijlen. instelling (zie paragraaf “Eenheid afstand”); Wendt u tot het Alfa Romeo Servicenetwerk waar men niet al- – druk kort op de MENU ESC knop om terug te keren naar het leen het onderhoud zal uitvoeren dat voorgeschreven wordt door menuscherm of druk lang op de knop om terug te keren naar het het “Geprogrammeerd onderhoud”, maar waar de weergave ook...
WEGWIJS IN UW AUTO Airbags passagier (in-/uitschakelen Dag-dimlicht (DRL) Front- en zij-airbags passagierszijde Met deze functie kan het dag-dimlicht worden in- en uitgeschakeld. (Sidebags) Ga voor het in- of uitschakelen van deze functie als volgt te werk: Met deze functie kan de passagiersairbag worden in-/uitgescha- –...
WEGWIJS IN UW AUTO Instapverlichting in- en uitschakeln TRIP COMPUTER (indien aanwezig) ALGEMEEN Met deze functie kan als de portieren of de bagageruimte met de afstandsbediening worden geopend de buitenverlichting, de ken- De “Tripcomputer” kan, als het contactslot in de stand MAR staat, tekenverlichting en de interieurverlichting gedurende ongeveer 25 de gegevens weergeven betreffende het gebruik van de auto.
WEGWIJS IN UW AUTO Afgelegde afstand “Trip B” geeft de volgende gegevens weer: – Afgelegde afstand B Geeft de afstand aan die is afgelegd vanaf het begin van de rit. – Gemiddeld brandstofverbruik B Gemiddeld verbruik – Gemiddelde snelheid B Geeft het gemiddelde verbruik vanaf het begin van de rit aan.
WEGWIJS IN UW AUTO Informatie op het display Hierna worden de symbolen van de verschillende grootheden ge- toond: Telkens als een gegeven wordt weergegeven, wordt de volgende 7 E K informatie op het display weergegeven: ”Actieradius”; ❍ symbool in het bovenste deel (A-fig. 10); “Gemiddeld verbruik A”...
WEGWIJS IN UW AUTO Knop TRIP 0.00 Nieuwe rit Begint als is gereset: Deze bevindt zich op de rechter hendel, fig. 12, en maakt het met het contactslot op MAR mogelijk om de eerder beschreven groot- – handmatig door de bestuurder, door de betreffende kort in te heden weer te geven of om deze te resetten als met een nieuwe drukken;...
WERKING Als u bij het starten van de motor de sleutel in stand MAR draait, dan stuurt het Alfa Romeo CODE-systeem een code naar de rege- leenheid van de motor die, als de code wordt herkend, de blok- kering van de functies opheft.
CODE CARD (voor bepaalde bijgeleverde, sleutels. Als de motor dan nog niet start, wendt u dan uitvoeringen/markten) tot het Alfa Romeo Servicenetwerk. Samen met de sleutels wordt de CODE card, fig. 13, overhan- Als het lampje tijdens het rijden gaat digd waarop mechanische code A en elektronische code B staan.
WEGWIJS IN UW AUTO MECHANISCHE SLEUTEL Druk alleen op knop B-fig. 15 als de sleutel zich Met de metalen baard A-fig. 14 kunnen worden bediend: ver van het lichaam (speciaal de ogen) en van voorwerpen die snel beschadigen (bijvoorbeeld ❍ het startsysteem; kleding) bevindt.
Het systeem kan maximaal 8 afstandsbedieningen herkennen. Als de portieren worden vergrendeld en één of meer portieren of Neem contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk als een nieu- de bagageruimte zijn niet juist gesloten, knippert de led snel sa- we afstandsbediening moet worden aangevraagd en neem de CO- men met de richtingaanwijzers.
Ga als volgt te werk: de containers. Ze kunnen ook worden ingeleverd bij het Alfa Romeo Servicenetwerk, die voor de afvoer zal ❍ druk op knop A-fig. 17 en zet de metalen sleutel B in de ge- zorgen.
WEGWIJS IN UW AUTO SAFE LOCK-SYSTEEM (waar voorzien) Uitschakeling systeem Het is een veiligheidssysteem dat de werking van de binnen- Het systeem wordt automatisch uitgeschakeld: handgrepen van de auto en van de knop voor ver-/ontgrendeling ❍ door met de sleutel het portier aan de bestuurderszijde te ont- van de portieren verhindert.
Pagina 53
WEGWIJS IN UW AUTO Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste functies die geactiveerd kunnen worden met de sleutels (met of zonder afstandsbe- diening): Type sleutel Ontgrendelen Vergrendelen sloten Inschakeling Ontgrendelen Ruiten openen Ruiten sluiten sloten van buitenaf Safe lock achterklep (waar voorzien) (waar voorzien)
Wendt u werken. tot het Alfa Romeo Servicenetwerk. WAARSCHUWING De startblokkering wordt geregeld door Alfa Romeo CODE; deze functie wordt automatisch geactiveerd als de sleutel uit het contactslot getrokken wordt.
WEGWIJS IN UW AUTO UITSCHAKELING ALARM VOLUMETRISCHE BESCHERMING/BEVEILIGING TEGEN KANTELEN Ë Druk op knop . Het volgende gebeurt (met uitzondering van bepaalde markten): Sluit voor de juiste werking van d ebescherming alle ruiten en het opendak (indien aanwezig) geheel. ❍ twee keer kort knipperen van de richtingaanwijzers; Druk, om deze functie uit te schakelen, op knop A-fig.
Als het contactslot onklaar gemaakt is (bijv. bij een poging tot diefstal), moet de werking worden ge- De sleutel kan in drie verschillende standen gedraaid worden, controleerd door het Alfa Romeo Servicenetwerk, fig. 21: voordat u weer met de auto gaat rijden.
WEGWIJS IN UW AUTO STUURSLOT ZITPLAATSEN Inschakelen VOORSTE ZITPLAATSEN fig. 22 Zet het contactslot in de stand STOP, neem de sleutel uit en draai het stuur totdat het geblokkeerd wordt. Alle afstellingen mogen uitsluitend bij een stil- Uitschakelen staande auto worden uitgevoerd. Beweeg het stuur een beetje en draai de sleutel op MAR.
WEGWIJS IN UW AUTO Hoogteverstelling (waar voorzien) Rugleuning verstellen Beweeg hefboom omhoog of omlaag totdat de gewenste hoogte Draai aan knop C tot de gewenste stand is bereikt. is bereikt. Voor maximale veiligheid moet u de rugleuning WAARSCHUWING Voer de verstelling uit terwijl u op de bestuur- rechtop zetten, tegen de leuning aan gaan zitten dersplaats zit.
Pagina 59
WEGWIJS IN UW AUTO Stoelverwarming (waar voorzien) EASY ENTRY Druk met het contactslot in MAR op de knoppen A of B-fig.23 voor Dankzij deze functie kunnen de zitplaatsen achter makkelijker wor- het in-/uitschakelen van de functie. Bij De inschakeling gaat de den bereikt.
WEGWIJS IN UW AUTO HOOFDSTEUN Om de hoofdsteunen te verwijderen: ❍ trek de hoofdsteunen zo ver mogelijk omhoog; VOOR ❍ druk op knoppen A en B-fig. 24 en verwijder de hoofdsteunen door deze omhoog te trekken. Deze kunnen in hoogte worden versteld en worden automatisch in de gewenste stand vergrendeld: ❍...
WEGWIJS IN UW AUTO ACHTER STUUR Bij de achterste zitplaatsen zijn twee in hoogte instelbare hoofd- Dit kan in axiale en in verticale richting versteld worden. steunen aanwezig (zie voor het verstellen de voorgaande para- graaf). Bij enige uitvoeringen is ook een hoofdsteun op de mid- Verstellen: ontgrendel hendel A-fig.
WEGWIJS IN UW AUTO SPIEGELS Het is streng verboden na aanschaf van de auto ingrepen van ongeacht welke aard uit te voeren, BINNENSPIEGEL die tot gevolg hebben dat de stuurinrichting of de stuurkolom onklaar gemaakt worden (bijvoorbeeld bij de Gebruik hendel A-fig.27 om de spiegel in twee standen te zet- montage van een diefstalbeveiliging);...
WEGWIJS IN UW AUTO Verstellen van de spiegel Elektrisch inklappen van de spiegel (waar voorzien) De spiegels kunnen alleen worden versteld/ingeklapt als het con- tactslot op MAR staat. Druk, om de spiegels in te klappen, op knop C-fig.28. Druk nog- Kies de gewenste spiegel met schakelaar A-fig.
WEGWIJS IN UW AUTO VENTILATIE INTERIEUR VERWARMING INTERIEUR Ga voor een goede ventilatie als volgt te werk: Ga als volgt te werk: ❍ draai knop A in in het blauwe gebied; ❍ draai knop A in het rode gebied; ❍ druk op knop D om de luchtrecirculatie uit te schakelen (led ❍...
WEGWIJS IN UW AUTO SNEL ONTWASEMEN/ ONTDOOIEN Beslaan van de ruiten voorkomen VOORRUITEN Als de luchtvochtigheid buiten heel hoog is en/of bij regen en/of (VOORRUIT EN ZIJRUITEN) bij grote temperatuurverschillen tussen de lucht in en buiten de au- Ga als volgt te werk: to moeten de volgende handelingen uitgevoerd worden, zodat wordt voorkomen dat de ruiten beslaan.
ONDERHOUD VAN HET SYSTEEM Tijdens de winter moet de airconditioning ten minste een keer maand gedurende ongeveer 10 minuten worden ingeschakeld. Voordat het zomerseizoen begint, moet de werking van het sys- teem nagekeken worden door het Alfa Romeo Servicenetwerk.
WEGWIJS IN UW AUTO AUTOMATISCHE GESCHEIDEN KLIMAATREGELING(waar voorzien) fig. 32 A0J0037m BEDIENINGSKNOPPEN fig. 32 D display; A knop voor inschakelen MONO-functie (gelijkstellen ingestelde E knop voor uitschakeling klimaatregeling; temperaturen) bestuurder/passagier; F knop voor inschakelen MAX-DEF-functie (snel ontdooien/ B knop voor inschakeling/uitschakeling aircocompressor ontwasemen voorruiten);...
WEGWIJS IN UW AUTO H knop voor inschakeling AUTO-functie (automatische werking) Deze functies kunnen handmatig worden gewijzigd, d.w.z. dat u en knop instelling temperatuur passagierszijde; het systeem kunt regelen door naar wens een of meer functies te selecteren en te wijzigen. Op deze wijze wordt de automatische knop voor selectie luchtverdeling passagierszijde;...
WEGWIJS IN UW AUTO INSCHAKELING KLIMAATREGELING Tijdens de automatische werking is het mogelijk de ingestelde tem- peraturen, de luchtverdeling en de aanjagersnelheid te wijzigen Het systeem kan op verschillende manieren worden ingeschakeld: door op ieder gewenst moment de betreffende druk- of draai- er wordt hoe dan ook aangeraden één van de AUTO-knoppen in knoppen te bedienen: Het systeem wijzigt automatische de in- te drukken en de knoppen te verdraaien om de gewenste tempe-...
WEGWIJS IN UW AUTO LUCHTVERDELING INSTELLEN Verdeling van de luchtstroom tussen de uitstroomopeningen ˙ voor het ontdooien/ontwasemen van de voorruit en de mid- M.b.v. de knoppen kan handmatig een van de 7 mogelijke lucht- delste uitstroomopeningen en de uitstroomopeningen aan de verdelingen links/rechts in het interieur worden ingesteld: zijkant van het dashboard.
WEGWIJS IN UW AUTO REGELING AANJAGERSNELHEID WAARSCHUWING Als het systeem niet meer in staat is de ge- vraagde temperatuur in de diverse gebieden van de auto te be- Druk op knop L om de aanjagersnelheid te verhogen/verlagen. De reiken/te handhaven, knippert de ingestelde temperatuur en dooft snelheid wordt weergegeven door de verlichte staafjes op het dis- de tekst AUTO na ongeveer 1 minuut.
Pagina 74
WEGWIJS IN UW AUTO LUCHTRECIRCULATIE Bij een lage buitentemperatuur wordt het aange- De luchtrecirculatie wordt als volgt geregeld: raden de luchtrecirculatie niet te gebruiken omdat de ruiten dan snel kunnen beslaan. ❍ automatische inschakeling: druk op een van de AUTO-knoppen. De inschakeling wordt weergegeven door het branden van AUTO op het display;...
WEGWIJS IN UW AUTO Met uitgeschakelde compressor: WAARSCHUWING De MAX-DEF-functie blijft ongeveer 3 minuten ingeschakeld nadat de koelvloeistof van de motor de bedrijfstem- ❍ als de buitentemperatuur hoger is dan de gewenste tempera- peratuur bereikt heeft. tuur, is de klimaatregeling niet in staat om aan het verzoek te voldoen;...
WEGWIJS IN UW AUTO KLIMAATREGELING UITSCHAKELEN HULPVERWARMING (alleen dieseluitvoeringen) (waar voorzien) Druk op de knop OFF. Met uitgeschakelde klimaatregeling: Hiermee kan het interieur veel sneller worden verwarmd als het ❍ wordt de luchtrecirculatie ingeschakeld, waardoor het interieur koud is. De uitschakeling van de verwarming vindt automatisch van de buitenlucht geïsoleerd wordt;...
WEGWIJS IN UW AUTO BUITENVERLICHTING BUITENVERLICHTING/DIMLICHTEN Draai, met het contactslot op MAR, draaischakelaar A op stand 2. LINKER HENDEL fig. 33 Het dag-dimlicht dooft en de buitenverlichting en de dimlichten gaan branden. Op het instrumentenpaneel gaat het lampje 3branden. Met de linker hendel wordt het merendeel van de buitenverlichting bediend.
WEGWIJS IN UW AUTO WAARSCHUWING De sensor is niet in staat om mist te herkennen GROOTLICHT en daarom moet in dat geval de verlichting met de hand worden Trek de hendel, met draaischakelaar A in stand 2 , in de richting ingeschakeld.
WEGWIJS IN UW AUTO “FOLLOW ME HOME” EXTERNE INSTAPVERLICHTING Deze functie dient om de ruimte vóór de auto gedurende een be- Deze maken de auto en de ruimte vóór de auto zichtbaar wanneer paalde tijd te verlichten. de portieren ontgrendeld worden. Inschakeling Inschakeling Trek, met het contactslot op STOP of uitgenomen sleutel, hendel...
(ook niet na opnieuw AUTO inschakeling regensensor (indien aanwezig) (de ruiten- starten van de motor), moet u zich tot het Alfa Romeo Ser- wissersnelheid wordt automatisch aangepast aan de hoe- vicenetwerk wenden. veelheid regen);...
WEGWIJS IN UW AUTO REGENSENSOR (waar voorzien) fig. 35 Als het contactslot wordt uitgeschakeld terwijl de hendel in de stand “automatisch” blijft staan, dan wordt, als het contactslot weer wordt Dit is een sensor met een infrarood LED die op de voorruit van de ingeschakeld, ook bij regen geen wiscyclus uitgevoerd.
WEGWIJS IN UW AUTO RUITENWISSER/-SPROEIERS ACHTER CRUISE-CONTROL (waar voorzien) (waar voorzien) ALGEMEEN Inschakeling Dit is een elektronisch hulpmiddel bij het rijden, waarmee bij een Deze functie werkt uitsluitend als de contactsleutel in stand MAR snelheid van meer dan 30 km/h over lange, rechte en droge we- staat.
Pagina 83
WEGWIJS IN UW AUTO Op hellingen naar beneden met ingeschakeld systeem is het mo- OPGESLAGEN SNELHEID VERHOGEN gelijk dat de snelheid van de auto enigszins toeneemt ten opzich- Trap het gaspedaal in en sla vervolgens de nieuw bereikte snelheid te van de opgeslagen snelheid. De inschakeling van het systeem op of plaats de hendel omhoog (+).
❍ naar rechts gedrukt (stand 2): units C en D blijven altijd aan; De inschakeling/uitschakeling vindt geleidelijk plaats. Bij een defect of een storing moet de draaischa- kelaar A-fig. 36 op OFF worden gedraaid en moet u zich wenden tot het Alfa Romeo Servicenetwerk. A0J0066m fig. 37...
WEGWIJS IN UW AUTO Schakelaar B bedient de spot. REGELING INGESCHAKELDE TIJD PLAFONDVERLICHTING Standen schakelaar B: ❍ middelste stand (stand 1): units C en D blijven altijd uit; Bij enkele uitvoeringen zijn twee regelingen van de ingeschakelde tijd beschikbaar om het in-/uitstappen in het donker makkelijker ❍...
WEGWIJS IN UW AUTO VERLICHTING ZONNEKLEPSPIEGEL (waar voorzien) fig. 38 Bij enkele uitvoeringen zijn achter de zonnekleppen verlichtings- units gemonteerd. Druk op schakelaar A om het licht in of uit te schakelen. INSTAPVERLICHTING fig. 39 Deze bevinden zich in de portieren en worden ingeschakeld als een portier wordt geopend, onafhankelijk van de stand van het con- tactslot.
WEGWIJS IN UW AUTO DASHBOARDKASTJEVERLICHTING BEDIENINGSORGANEN fig. 41 WAARSCHUWINGSKNIPPERLICHTEN fig. 42 Dit wordt automatisch ingeschakeld als het dashboardkastje wordt geopend en uitgeschakeld als het kastje wordt gesloten. Druk op schakelaar A om de verlichting in of uit te schakelen. Als de verlichting wordt ingeschakeld, gaan op het instrumentenpaneel de lampjes Ÿ...
WEGWIJS IN UW AUTO Noodstop MISTACHTERLICHTEN fig. 43 Bij een noodstop gaan de waarschuwingsknipperlichten automa- Druk op knop om de lichten in of uit te schakelen. De mist- tisch branden en gaan op het instrumentenpaneel de lampjes Ÿ achterlichten kunnen alleen ingeschakeld worden als de dimlich- en Δ...
Pagina 89
WEGWIJS IN UW AUTO BRANDSTOFNOODSCHAKELAAR Om de juiste werking van de auto te herstellen, moet de volgen- de procedure worden uitgevoerd: Deze treedt in werking bij een botsing en veroorzaakt: ❍ draai het contactslot op MAR; ❍ de onderbreking van de brandstoftoevoer met als gevolg de ❍...
WEGWIJS IN UW AUTO INTERIEURUITRUSTING ARMSTEUN VOOR (waar voorzien) fig. 46 Tussen de voorste zitplaatsen is bij enkele uitvoeringen een arm- DASHBOARDKASTJE fig. 45 steun aanwezig. Om deze in de normale stand te zetten, moet de steun omlaag Open het kastje met handgreep A. Wanneer het kastje geopend worden geplaatst, zoals in fig.
Pagina 91
WEGWIJS IN UW AUTO STEKKERDOOS (waar voorzien) SIGARENAANSTEKER (waar voorzien) fig. 49 Deze bevinden zich op de tunnel A-fig. 48 en aan de linkerzijde van Deze bevindt zich op de tunnel. Druk op knop A om de sigaren- de bagageruimte B-fig. 48. Ze kunnen alleen worden gebruikt als het aansteker in te schakelen.
WEGWIJS IN UW AUTO ASBAK (waar voorzien) fig. 50 BRANDBLUSSER (voor bepaalde uitvoeringen/markten) fig. 52 Deze bestaat uit een uitneembare kunststof houder met een veer- opening. De asbak kan in de beker-/blikjeshouder op de tunnel ge- Deze bevindt zich aan de rechterzijde van de bagageruimte. plaatst worden.
WEGWIJS IN UW AUTO ELEKTRISCH OPENDAK OPENEN/SLUITEN ZONNESCHERMEN fig. 53 (waar voorzien) Openen: houd de handgreep A vast, haak de handgreep los en be- geleid in de door de pijlen aangegeven richting, totdat de “geheel Het grote opendak bestaat uit twee glazen panelen waarvan één geopende”...
WEGWIJS IN UW AUTO ANTI-BEKLEMMINGSFUNCTIE Als een imperiaal gemonteerd is, moet het dak Het opendak is voorzien van een antiletselfunctie die in staat is om dicht blijven. een eventueel obstakel tijdens het sluiten van het opendak te her- kennen; bij een obstakel onderbreekt de regeleenheid het sluiten en keert de beweging direct om.
WEGWIJS IN UW AUTO INITIALISATIEPROCEDURE NOODBEDIENING Als de accu losgenomen is geweest of een zekering is doorgebrand, Als knop A-fig. 53 niet werkt, kan het dak met de hand worden dan moet vervolgens de werking van het opendak opnieuw wor- bewogen.
WEGWIJS IN UW AUTO PORTIEREN Portieren ontgrendelen van buitenaf Druk met gesloten portieren op knop Ë op de afstandsbediening CENTRALE PORTIERVER-/ONTGRENDELING of steek de metalen baard (in de sleutel) in het portierslot aan de bestuurderszijde en verdraai de sleutel. Portieren vergrendelen van buitenaf Druk met gesloten portieren op knop Á...
WEGWIJS IN UW AUTO Automatische werking ELEKTRISCHE RUITBEDIENING (waar voorzien) Deze zijn voorzien van een systeem voor het automatisch sluiten Dit wordt geactiveerd door langer dan een halve seconde op een en openen van de ruit aan de bestuurderszijde. van de twee knoppen te drukken. De ruit stopt als de ruit de ui- terste stand heeft bereikt of door nogmaals op de knop te druk- BEDIENINGSORGANEN ken:...
Pagina 98
WEGWIJS IN UW AUTO WAARSCHUWING Als de anti-beklemmingsfunctie binnen 1 minuut Passagiersportier 5 keer achter elkaar in werking treedt, of defect blijkt te zijn, wordt Op het portier aan de passagierszijde is een knop aanwezig voor het automatische sluiten van de ruit belemmerd; de beweging vindt het openen/sluiten van de betreffende ruit.
WEGWIJS IN UW AUTO Elektrische ruitbediening initialiseren Deze nieuwe instelling moet met gesloten portieren op de volgende manier uitgevoerd worden: Als de accu losgenomen is geweest of een zekering is doorgebrand, 1. open de ruit van het bestuurdersportier volledig door de knop dan moet vervolgens de werking van het systeem opnieuw wor- nog ten minste 3 seconden te bedienen, nadat de onderste ui- den geïnitialiseerd.
WEGWIJS IN UW AUTO BAGAGERUIMTE Noodopening van binnenuit Ga als volgt te werk: De ontgrendelin van de bagageruimte vindt elektrisch plaats en kan ❍ neem de achterste hoofdsteunen weg en klap de zittingen niet worden uitgevoerd bij een rijdende auto. volledig naar voren (zie de paragraaf “Bagageruimte vergro- ten”);...
WEGWIJS IN UW AUTO SLUITEN BAGAGERUIMTE INITIALISEREN Trek aan lip A-fig. 61 en verlaag de bagageruimte door ter hoogte WAARSCHUWING Als de accu losgekoppeld is geweest of als een van het slot te duwen tot de klik wordt gehoord. zekering is doorgebrand, moet het mechanisme voor openen/slui- ten van de bagageruimte als volgt worden geïnitialiseerd: WAARSCHUWING Voordat de bagageruimte wordt geopend, moet ❍...
WEGWIJS IN UW AUTO BAGAGERUIMTE VERGROTEN Zitplaatsen kantelen Hoedenplank verwijderen Ga als volgt te werk: ❍ zet de hoofdsteunen in de hoogste stand, druk op beide knop- Ga als volgt te werk: pen A-fig. 64, naast de twee steunen, en verwijder vervol- ❍...
WEGWIJS IN UW AUTO ❍ plaats de hendels A-fig. 65 die de rugleuningen op hun plaats Terugplaatsen van de achterbank houden omhoog en kantel het gewenste kussen naar voren Plaats de veiligheidsgordels opzij en controleer of de gordels juist (een omhoog geplaatste hendel A wordt aangegeven met een zijn afgerold en niet zijn gedraaid.
WEGWIJS IN UW AUTO MOTORKAP SLUITEN ❍ houd de motorkap met een hand omhoog, neem met de an- OPENEN dere hand stang C-fig. 67 uit opening D en plaats deze weer Ga als volgt te werk: in de vergrendeling; ❍ trek hendel A-fig. 66 in de richting van de pijl; ❍...
WEGWIJS IN UW AUTO ❍ plaats de motorkap omlaag tot een afstand van circa 20 cen- IMPERIAAL/SKIDRAGER timeter van de motorruimte bereikt is en laat de motorkap val- len; controleer vervolgens, door te proberen te kap op te tillen, Verwijder, om het imperiaal/skidrager te monteren, de betreffen- of deze volledig gesloten is en niet alleen in de veiligheidsstand de lippen A-fig.
WEGWIJS IN UW AUTO KOPLAMPEN Bij Lineaccessori Alfa Romeo is de voor de auto geschikte imperi- aal/skidrager beschikbaar. KOPLAMPEN AFSTELLEN Goed afgestelde koplampen zijn belangrijk voor het comfort en de Nadat men enkele kilometers gereden heeft, moet veiligheid van uzelf en de overige weggebruikers. Bovendien zijn er opnieuw gecontroleerd worden of alle borgschroe- wettelijke voorschriften met betrekking tot de koplampafstelling.
WEGWIJS IN UW AUTO Koplampafstelling MISTLAMPEN VOOR AFSTELLEN (waar voorzien) Druk voor het afstellen op de knoppen Ò en (fig. 69). Op het display van het instrumentenpaneel wordt visueel de stand van Wendt u voor de controle en de eventuele instelling tot het Alfa de bijbehorende instelling weergegeven.
WEGWIJS IN UW AUTO Als het ABS in werking treedt, dan is de grip van de banden op het wegdek beperkt: minder snel- heid om deze aan te passen aan de beschikbare Dit systeem is geïntegreerd in het remsysteem en voorkomt on- grip.
WEGWIJS IN UW AUTO VDC (Vehicle Dynamics Control) HILL HOLDER Dit in het VDC geïntegreerde systeem helpt bij het wegrijden op een Dit systeem bewaakt de stabiliteit van de auto als de wielen hun helling omhoog. grip verliezen, waardoor de auto beter op koers blijft. Dit wordt in de volgende gevallen automatisch ingeschakeld: Het VDC-systeem bevat de volgende systemen: ❍...
Pagina 110
WEGWIJS IN UW AUTO ASR-SYSTEEM (AntiSlip Regulation) Bij eventueel gebruik van het noodreservewiel blijft Dit is onderdeel van het VDC-systeem. Dit systeem treedt auto- het VDC wel werken. Houd er hoe dan ook reke- matisch in werking als één of beide aangedreven wielen doorslaat, ning mee dat het reservewiel, dat kleiner is dan het bij verlies van grip op nat wegdek (aquaplaning), bij acceleratie op normale wiel, minder grip heeft dan de andere wielen.
WEGWIJS IN UW AUTO BRAKE ASSIST (regeling bij noodstops) “ELECTRONIC Q2” (“E-Q2”) Het systeem, dat niet uitgeschakeld kan worden, herkent nood- Het “Electronic Q2”-systeem maakt gebruik van het remsysteem, stops (afhankelijk van de snelheid waarmee het rempedaal wordt waardoor het rijgedrag ontstaat dat lijkt op het rijgedrag van een ingetrapt) waardoor het sneller op het remsysteem kan ingrijpen.
WEGWIJS IN UW AUTO “ALFA dna”-SYSTEEM RIJFUNCTIES (Dynamisch controlesysteem) Het hendeltje A-fig. 70 kan maar in een stand worden gezet en van- uit die stand worden bewogen. De ingestelde rijfunctie wordt aange- (indien aanwezig) geven door het betreffende lampje op het paneel en op het instelba- re multifunctionele display, zoals hierna wordt weergegeven: Dit is een systeem waarmee men, door gebruik van het hendeltje A-fig.
WEGWIJS IN UW AUTO IN- EN UITSCHAKELEN VAN DE Uitschakelen FUNCTIE “Dynamic” Om de stand “Dynamic” uit te schakelen en terug te zetten in “Nor- mal”, moet dezelfde beweging met het hendeltje uit worden ge- Inschakelen voerd met de zelfde tijdsduur. In dit geval gaat de “Normal”-led gaan branden en wordt op het instelbare multifunctionele display Verplaats het hendeltje A-fig.
Pagina 114
WEGWIJS IN UW AUTO IN- EN UITSCHAKELEN VAN DE WAARSCHUWINGEN FUNCTIE “All Weather” ❍ Het is niet mogelijk direct van de functie “Dynamic” naar de functie “All Weather” en omgekeerd te schakelen. U moet al- Inschakelen tijd eerst terugkeren naar de functie “Normal” en vervolgens Verplaats het hendeltje A-fig.
WEGWIJS IN UW AUTO EOBD (optional voor bepaalde ELEKTRISCHE uitvoeringen/markten) STUURBEKRACHTIGING Het doel van het EOBD-systeem (European On Board Diagnosis) Deze functie werkt alleen met het contactslot in de stand MAR en draaiende motor. De stuurbekrachtiging maakt het mogelijk de kracht op het stuur aan te passen aan de rij-omstandigheden.
Wendt u zich voor de installatie van uw autoradio De inbouwvoorbereiding voor de autoradio bestaat uit: tot het Alfa Romeo Servicenetwerk, zodat elk even- ❍ voedingskabels voor de autoradio, voor- en luidsprekers achter tueel ongemak wordt voorkomen en wordt voor- en de antenne;...
WEGWIJS IN UW AUTO INBOUWVOORBEREIDING INSTALLATIE VAN ELEKTRISCHE/ MONTAGE NAVIGATIESYSTEEM ELEKTRONISCHE SYSTEMEN (waar voorzien) De elektrische/elektronische systemen die na aankoop van de au- to gemonteerd worden, moeten voorzien zijn van het merkteken: Bij een aantal uitvoeringen is de auto voorzien van een inbouw- e ECE voorbereiding voor het navigatiesysteem uit Lineaccessori Alfa Ro- Fiat Auto S.p.A.
WEGWIJS IN UW AUTO RADIOZENDAPPARATUUR EN MOBIELE PARKEERSENSOREN TELEFOON (waar voorzien) Radiozendapparaten (mobiele telefoons, 27 mc en dergelijke) mo- gen alleen in de auto worden gebruikt met een aparte antenne aan Deze bevinden zich in de achterbumper van de auto fig. 73 en de buitenkant van de auto.
WEGWIJS IN UW AUTO GELUIDSSIGNALEN WERKING MET AANHANGER Als de achteruit ingeschakeld wordt, wordt automatisch een ge- De werking van de sensoren achter wordt automatisch uitgescha- luidssignaal in werking gesteld als zich een obstakel binnen het be- keld als de stekker van de elektrische kabel van de aanhanger reik bevindt.
WEGWIJS IN UW AUTO Hierna volgen een aantal omstandigheden die de werking van de De verantwoordelijkheid voor het parkeren en an- parkeersensoren zouden kunnen beïnvloeden: dere gevaarlijke manoeuvres ligt hoe dan ook al- ❍ een verminderde gevoeligheid van de sensoren en een ver- tijd bij de bestuurder van de auto.
WEGWIJS IN UW AUTO BANDENSPANNING- Let zeer goed op wanneer u de bandenspanning CONTROLESYSTEEM TPMS controleert of herstelt. Een te hoge spanning brengt de wegligging in gevaar, verhoogt de druk op de (Tyre Pressure Monitoring System) wielophanging en bevordert slijtage van de banden. (waar voorzien) De auto kan zijn uitgerust met een controlesysteem voor het me- ten van de bandenspanning TPMS (Tyre Pressure Monitoring Sys-...
Pagina 122
TPMS. Dit mag play verschijnen, totdat op 4 wielen weer een sensor ge- alleen uitgevoerd worden door het Alfa Romeo Service- monteerd is. netwerk. Voor het TPMS moet speciaal gereedschap worden Het TPMS kan geen onverwacht spanningsverlies gebruikt.
Pagina 123
Als een band verwijderd wordt, is het aan te be- velen ook de rubberen ventieldop te vervangen: wendt u zich hiervoor tot het Alfa Romeo Servi- cenetwerk. Bij het monteren/verwijderen van banden en/of velgen moeten speciale voorzorgsmaatregelen in acht worden genomen;...
Pagina 124
(*) Omwisselen van de – wielen (achter/voor) (**) (*) Als alternatief vermeld in het instructieboekje en die zijn gekozen uit Lineaccessori Alfa Romeo. (**) Niet kruiselings (de banden dienen aan dezelfde kant van de auto te blijven).
WEGWIJS IN UW AUTO TANKEN MET DE AUTO DIESELMOTOREN Tank uitsluitend diesel voor motorvoertuigen conform de Europe- Schakel voor het tanken van brandstof de motor uit. se specificatie EN590. Door het gebruik van andere producten of mengsels kan de motor onherstelbaar worden beschadigd en ver- BENZINEMOTOREN valt mogelijk de garantie.
WEGWIJS IN UW AUTO DOP VAN DE BRANDSTOFTANK BESCHERMING VAN HET MILIEU Open om te tanken het klepje A-fig. 74 en draai vervolgens met De emissiereductiesystemen voor benzinemotoren zijn: katalysa- de contactsleutel dop B los. De dop is voorzien van een borging C tor, lambdasondes en een brandstofdampopvangsysteem.
Pagina 127
WEGWIJS IN UW AUTO deze pagina is bewust leeg gelaten...
VEILIGHEID VEILIGHEIDSGORDELS Druk tijdens het rijden niet op de knop C-fig. 1. GEBRUIK VAN DE VEILIGHEIDSGORDELS Ga goed rechtop zitten, steun tegen de rugleuning en leg dan de gordel om. Maak de gordels vast door de gesp A-fig. 1 in de slui- De achterbank is voorzien van driepuntsgordels met rolautomaat.
Wendt u voor het permanent uitschakelen van dit systeem tot het men, de rugleuning naar voren klapt en de passagiers Alfa Romeo Servicenetwerk. verwondt. Het SBR-systeem kan uitsluiten m.b.v. het Setup-menu van het dis- play opnieuw worden ingeschakeld (zie hoofdstuk “1”).
Pagina 131
VEILIGHEID De lampjes zijn rood en groen en werken op de volgende wijze: Als de gordel vervolgens opnieuw wordt afgedaan tijdens de rit, ❍ gedoofd als het contactslot in de stand MAR is gedraaid ter- klinkt het geluidssignaal en knippert het lampje op de hiervoor beschreven manier.
VEILIGHEID OPMERKINGEN OVER HET De gordel mag nooit gedraaid zitten. Het diagonale gordelgedeel- GEBRUIK VAN VEILIGHEIDSGORDELS te moet via het midden van de schouder schuin over de borst lig- gen. Het onderste gordelgedeelte moet over het bekken (zoals Houd u altijd aan de wettelijke voorschriften met betrekking tot het aangegeven in fig.
ONDERHOUD VAN DE VEILIGHEIDSGORDELS voerd door gekwalificeerd personeel. Wendt u altijd tot het Alfa Romeo Servicenetwerk. ❍ zorg dat de gordel goed uitgetrokken en niet gedraaid is; con- troleer ook of de oprolautomaat zonder haperingen werkt;...
VEILIGHEID KINDEREN VEILIG VERVOEREN In Lineaccessori Alfa Romeo zijn kinderzitjes opgenomen voor el- ke gewichtsgroep. Wij raden het gebruik van deze kinderzitjes aan, omdat ze speciaal zijn ontworpen en ontwikkeld voor de model- Voor optimale bescherming bij een ongeval moeten alle inzitten- len van Alfa Romeo.
VEILIGHEID UNIVERSEEL KINDERZITJE GROEP 1 fig. 9 MONTEREN Kinderen met een gewicht tussen 9 en 18 kg moeten worden ver- voerd in de rijrichting. Enige typen kinderzitjes zijn voorzien van (met de veiligheidsgordel) een kussen, waarbij de veiligheidsgordel van de auto het kinder- zitje en het kind op zijn plaats moet houden.
Pagina 137
VEILIGHEID GROEP 3 fig. 11 Er bestaan kinderzitjes die geschikt zijn voor de ge- Bij kinderen met een gewicht tussen 22 en 36 kg is de borstom- wichtsgroepen 0 en 1 die uitgerust zijn met een be- vang van dien aard dat de kinderen gewoon tegen de rugleuning vestigingspunt achter.
Pagina 138
VEILIGHEID GESCHIKTHEID VAN DE ZITPLAATSEN VOOR HET GEBRUIK VAN UNIVERSELE KINDERZITJES De auto voldoet aan de nieuwe Europese 2000/3/EU-richtlijnen voor de montage van kinderzitjes op de verschillende plaatsen in de auto. Zie de volgende tabel: Passagier Passagier achter Groep Gewichtsklasse voor zijkant en in het midden Groep 0, 0+...
VEILIGHEID ❍ Ieder veiligheidssysteem is bedoeld voor slechts een kind: ver- Belangrijkst veiligheidsvoorschriften voor het vervoer van kinderen: voer nooit twee kinderen in een systeem; ❍ controleer altijd of de gordel niet langs de nek van het kind ❍ monteer het kinderzitjes op een van de zitplaatsen achter, om- loopt;...
VEILIGHEID INBOUWVOORBEREIDING VOOR DE WAARSCHUWING Op de middelste zitplaats achter kan geen enkel type kinderzitje wordt gemonteerd. MONTAGE VAN EEN “ISOFIX” KINDERZITJE De auto is voorbereid op de montage van “Isofix Universeel”-kin- derzitjes; een nieuw gestandaardiseerd Europees systeem voor het vervoeren van kinderen.
Pagina 141
Isofix-kinderzitje. Als gebruik wordt gemaakt van een Universeel Isofix zitje, moeten ECE R44/03 “Universeel Isofix” goed- gekeurde zitjes worden gebruikt. In Lineaccessorie ALFA ROMEO is een “universeel Isofix” kinderzitje (“Duo Plus”) leverbaar. Zie voor meer informatie over de montage en/of het gebruik van het kinderzitje het “Instructieboekje”...
Pagina 142
VEILIGHEID GESCHIKTHEID VAN DE ZITPLAATSEN VOOR HET GEBRUIK VAN ISOFIX KINDERZITJES In de onderstaande tabel is, in overeenstemming met de europese regel ECE 16 de mogelijkheid aangegeven voor de montage van Iso- fix kinderzitjes op zitplaatsen met Isofix beugels. Gewichtsklasse Richting Klasse Passagier...
VEILIGHEID FRONTAIRBAGS Plaats geen stickers of andere objecten op het stuur, op het deksel van de airbag aan passa- De auto is uitgerust met meertraps-frontairbags (“Smart bags”) gierszijde of de zijkant van de hemelbekleding. aan bestuurders- en passagierszijde en knie-airbags aan bestuur- Plaats geen voorwerpen op het dashboard aan de pas- derszijde.
Pagina 144
VEILIGHEID Rijd altijd met beide handen op de stuurwielrand, Monteer absoluut geen kinderzitje achterstevoren zodat bij het in werking treden van de airbag het op de voorpassagiersstoel als de frontairbag aan pas- systeem niet wordt gehinderd door obstakels. Rijd sagierszijde is ingeschakeld. Als bij een ongeval de niet met voorover gebogen lichaam, maar ga goed recht- airbags in werking treden (opblazen), kan dit ern- op zitten en steun tegen de rugleuning.
Pagina 145
VEILIGHEID KNIE-AIRBAG AAN BESTUURDERSZIJDE fig. 17 Frontairbag en zij-airbags aan passagierszijde uitschakelen Deze bevindt zich in een ruimte onder het stuurwiel. Deze air- bags bieden een extra bescherming bij een frontale aanrijding. Als een kind op de voorstoel moet worden vervoerd, schakel dan de frontairbag en de zij-airbags aan passagierszijde uit.
VEILIGHEID ZIJ-AIRBAGS ZIJ-AIRBAGS VOOR BESCHERMING VAN HET HOOFD (HEADBAGS) fig. 19 (SIDEBAGS - HEADBAGS) De headbag is een “gordijn”-systeem, dat zich aan de zijkant in de hemelbekleding bevindt en dat is afgedekt met een afwerklijst. De auto is uitgerust met zij-airbags voor (Side Bags voor) aan be- Deze beschermen het hoofd van de inzittenden voor en achter bij stuurders- en aan passagierszijde voor bescherming van borst-bek- een flankbotsing.
Pagina 147
Aan het einde van de lange levensduur van uw auto moet u con- van de headbag om verwondingen tijdens het op- tact opnemen met het Alfa Romeo Servicenetwerk om het systeem blazen te voorkomen. buiten werking te laten stellen.
Pagina 148
MAR staat, dan kunnen de airbags dashboardkastje aangebracht. Wendt u voor het ook bij stilstaande auto en niet draaiende motor bereiken van deze datum tot het Alfa Romeo Servicenet- worden geactiveerd, bijvoorbeeld als de auto wordt aan- werk om deze componenten te laten vervangen.
VEILIGHEID “ALCOHOLTESTER“-SET Deze bevindt zich in het dashboardkastje aan passagierszijde. De set bestaat uit een envelop (fig. 20) met de producten voor het controleren van het alcoholpromillage. In de envelop bevinden zich ook de instructies voor het juist gebruiken van de set. De “Alco- holtester”-set heeft een vervaldatum: Vervang het product als de vervaldatum is verstreken.
STARTEN EN RIJDEN Motor starten ................150 Motor uitzetten ................152 Gebruik van de versnellingsbak ............153 Brandstof besparen ..............154 Trekken van aanhangers ............... 156 Winterbanden ................157 Sneeuwkettingen ................ 158 Auto langere tijd stallen ..............158...
(zie “Noodstart” in hoofdstuk “4”) en wendt u de gewone manier gebruiken, maar wendt u zo snel mo- tot het Alfa Romeo Servicenetwerk. gelijk tot het Alfa Romeo Servicenetwerk. ❍ Laat de start-/contactsleutel niet in stand MAR staan als de motor stilstaat.
STARTEN EN RIJDEN Het is raadzaam om gedurende de eerste ge- Probeer nooit te starten door aanduwen, slepen of bruiksperiode geen maximale prestaties van uw van een helling af laten rijden. Hierdoor kan de auto te verlangen (bijv. snel accelereren, langdu- katalysator worden beschadigd.
Als het lampje Y op het instrumentenpaneel constant blijft bran- zet de motor uit en trek de handrem aan. Schakel een versnel- den, wendt u dan onmiddellijk tot het Alfa Romeo Servicenetwerk. ling in (de 1 als de weg omhoog loopt, de achteruit als de weg omlaag loopt) en zet de voorwielen iets uitgestuurd.
De auto moet geblokkeerd zijn als de hendel enkele tanden is aangetrokken. Als dit niet het geval is, laat WAARSCHUWING De achteruit kan alleen bij een stilstaande auto dan het Alfa Romeo Servicenetwerk de handrem af- worden ingeschakeld. Wacht bij draaiende motor ten minste 3 stellen.
STARTEN EN RIJDEN BRANDSTOF BESPAREN Om op de juiste wijze te schakelen, moet u het kop- pelingspedaal geheel intrappen. Daarom mag er Hierna volgen enkele nuttige tips, waardoor het brandstofverbruik niets onder het pedaal liggen dat dit kan verhin- zo laag mogelijk blijft en de uitstoot van schadelijke uitlaatgas- deren: let erop dat de vloermatten niet zijn dubbelge- sen zoveel mogelijk beperkt wordt.
Pagina 156
STARTEN EN RIJDEN Stroomverbruikers Overbodige handelingen Gebruik de elektrische installaties alleen als u ze nodig hebt. De Trap het gaspedaal niet in als u stilstaat voor een stoplicht of voor- achterruitverwarming, extra koplampen, de ruitenwissers en de dat u de motor afzet. Deze handeling heeft evenals het overscha- aanjager van het ventilatie-/verwarmingssysteem vragen veel kelen met tussengas, geen enkel nut.
STARTEN EN RIJDEN GEBRUIKSOMSTANDIGHEDEN TREKKEN VAN AANHANGERS Koude start WAARSCHUWINGEN Bij zeer korte ritten en regelmatig koud starten bereikt de motor Voor het trekken van aanhangwagens moet de auto uitgerust zijn niet de optimale bedrijfstemperatuur. Hierdoor neemt niet alleen met een trekhaak van een goedgekeurd type en een geschikte het brandstofverbruik toe (van 15 tot aan 30% in stadsverkeer) elektrische installatie.
STARTEN EN RIJDEN TREKHAAK MONTEREN WINTERBANDEN Wendt u voor de montage van een trekhaak tot het Alfa Romeo Gebruik winterbanden die dezelfde maat hebben als de standaard Servicenetwerk. geleverde banden. het Alfa Romeo Servicenetwerk kan u advise- ren welke band het meest geschikt is voor het doel waarvoor u de band wilt gebruiken.
STARTEN EN RIJDEN SNEEUWKETTINGEN AUTO LANGERE TIJD STALLEN Het gebruik van sneeuwkettingen is afhankelijk van de voorschriften Tref de volgende maatregelen als de auto enkele maanden niet van het land waar wordt gereden. De sneeuwkettingen mogen wordt gebruikt: ❍ zet de auto in een overdekte, droge en zo mogelijk goed ge- alleen op de voorwielen gemonteerd worden (aangedreven wie- len).
Pagina 160
In noodgevallen kan gebruik worden gemaakt van het gratis nummer dat in het boekje “Alfa tot uw dienst” staat. Ook kan gebruik worden gemaakt van de website www.alfaromeo.com om het dichtstbijzijnde bedrijf in het Alfa Romeo Servicenetwerk te vinden. Motor starten ................160 Wiel verwisselen ................
Alfa Romeo Servicenetwerk. Als het lampje Y op het instrumentenpaneel constant blijft bran- den, wendt u dan onmiddellijk tot het Alfa Romeo Servicenetwerk. WAARSCHUWING Verbind de minklemmen van de twee accu’s niet direct met elkaar! Als de hulpaccu is geïnstalleerd aan boord van...
IN NOODGEVALLEN WIEL VERWISSELEN Attendeer het overige wegverkeer op de stil- staande auto m.b.v: de waarschuwingsknipper- ALGEMENE AANWIJZINGEN lichten, de eventueel wettelijk verplichte gevaren- driehoek enz. Tijdens het verwisselen van een wiel moe- De auto is voorzien van de set “Fix&Go automatic“: zie voor het ten alle inzittenden de auto hebben verlaten, vooral als gebruik van dit systeem de paragraaf “Fix&Go Automatic”.
Pagina 163
IN NOODGEVALLEN Bij een gemonteerd noodreservewiel veranderen De krik dient uitsluitend voor het verwisselen van de rij-eigenschappen van de auto. Vermijd met vol een wiel van de auto waarbij de krik geleverd is gas optrekken, bruusk remmen en hoge snelhe- of voor auto’s van hetzelfde model.
Pagina 164
IN NOODGEVALLEN KRIK Ga voor het verwisselen van een wiel als volgt te werk: ❍ zet de auto stil op een plaats waar het verkeer niet in gevaar Het is nodig te weten dat: wordt gebracht en het wiel veilig kan worden verwisseld. Zet ❍...
Pagina 165
IN NOODGEVALLEN ❍ voor uitvoeringen met stalen velgen: plaats de schroevendraaier in de uitsparing A-fig. 4 om de bevestigingsveer B van het wiel- deksel los te maken. ❍ neem de sleutel A-fig. 5 en draai de wielbouten ongeveer een slag los; ❍...
Pagina 166
IN NOODGEVALLEN ❍ bedien de krik A-fig. 7 om de krik omhoog te draaien, zodat ❍ zorg ervoor dat de boutgaten en alle contactvlakken van het de bovenzijde B-fig. 8 goed in profiel C valt; reservewiel schoon zijn en geen onzuiverheden bevatten, om- dat hierdoor na verloop van tijd de wielbouten kunnen loslo- ❍...
IN NOODGEVALLEN ❍ draai met de bijgeleverde sleutel A-fig. 5 de wielbouten kruise- SUBWOOFER VERVANGEN lings definitief vast, in de volgorde die in fig. 9 is aangege- (uitvoeringen met Bose HIFI-systeem, ven. waar voorzien) ❍ als een lichtmetalen velg wordt vervangen, dan moet deze met WAARSCHUWING De onderstaande procedure is alleen geldig voor de buitenzijde zijde omhoog worden geplaatst.
IN NOODGEVALLEN ❍ ondersteun de subwoofer aan de zijde van de bagageruimte, Subwoofer en de set “Fix&Go Automatic” maak de houder los en neem het reservewiel; fig. 12 ❍ vervang vervolgens het wiel zoals hiervoor is beschreven. Ga voor het pakken van de set “Fix&Go Automatic” als volgt te werk: Ter afsluiting: ❍...
IN NOODGEVALLEN WIEL OPNIEUW MONTEREN Ter afsluiting: plaats het reservewiel in de reservewielbak in de bagageruimte; plaats de krik en de andere Volg de hiervoor beschreven procedure, krik de auto op en de- gereedschappen in de gereedschaphouder; plaats de houder, monteer het reservewiel.
IN NOODGEVALLEN “Fix&Go Automatic” WAARSCHUWING De afdichtvloeistof werkt bij buitentemperaturen tussen –20°C en +50°C. De afdichtvloeistof heeft een houd- baarheidsdatum. Deze bevindt zich in de bagageruimte. In de houder van de set bevindt zich ook de schroevendraaier en het sleepoog. De set be- staat uit: ❍...
Pagina 171
IN NOODGEVALLEN Het is niet mogelijk lekken aan de zijkanten van De spuitbus bevat ethyleenglycol en latex: kan een de band te repareren. Gebruik de set niet als de allergische reactie veroorzaken. Schadelijk bij in- band beschadigd is geraakt door het rijden met slikken.
IN NOODGEVALLEN ❍ controleer of de schakelaar A-fig. 18 van de compressor in stand OPPOMPEN VAN DE BAND 0 (uitgeschakeld) staat, start de motor, steek de stekker A-fig. 17 in de contactdoos/sigarenaansteker op de tunnel Draai de werkhandschoenen die zich in de set be- en schakel de compressor in door de schakelaar A-fig.
Pagina 173
Alfa Romeo Servicenetwerk; ❍ als niet binnen 5 minuten de bandenspanning ten minste 1,5 ❍ stop na ongeveer 10 minuten en controleer opnieuw de ban-...
IN NOODGEVALLEN BANDENSPANNING CONTROLEREN EN SPUITBUS VERVANGEN HERSTELLEN Ga als volgt te werk: De compressor kan ook worden gebruikt voor het controleren en ❍ maak de koppeling A-fig. 20 en de vulbuis B los; zonodig herstellen van de bandenspanning. Maak de snelkoppe- ❍...
IN NOODGEVALLEN LAMP VERVANGEN ALGEMENE AANWIJZINGEN ❍ Controleer voordat u een lamp vervangt of de contacten niet zijn geoxideerd; ❍ vervang een defecte lamp door een exemplaar van hetzelfde type en vermogen; ❍ controleer na het vervangen van een koplamp altijd of deze juist zijn gericht;...
Pagina 176
IN NOODGEVALLEN Lamp Type Vermogen Zie fig. Buitenverlichting voor/dag-dimlicht W21/5W 5/21W Buitenverlichting achter – – Dimlicht Grootlicht Grootlicht/dimlicht (uitvoeringen met – bixenon-koplampen) (waar voorzien) Richtingaanwijzer voor WY21W Richtingaanwijzer achter P21W Richtingaanwijzer op voorspatbord Remlicht – – Derde remlicht – – Kentekenverlichting Mistlampen voor Mistachterlicht...
IN NOODGEVALLEN ❍ trek de lamphouder B-fig. 23 los, verwijder de lamp en vervang LAMP BUITENVERLICHTING de lamp; VERVANGEN ❍ monteer lamphouder B en controleer of deze juist goed vast- zit; KOPLAMPUNITS fig. 22 ❍ maak het deksel A-fig. 22 vast. In de koplampunits zijn de gloeilampen voor de buitenverlichting, het dimlicht, het grootlicht en de richtingaanwijzer opgenomen.
❍ monteer de lamphouder en controleer of deze goed vastzit; ❍ maak het deksel B-fig. 22 vast. Met gasontladingslampen (Bixenon) (waar voorzien) Wendt u voor het vervangen van deze lampen tot het Alfa Romeo Servicenetwerk. A0J0040m A0J0144m fig. 24 fig. 25...
❍ monteer de lamphouder C rechtsom draaiend in het lampen- BUITENVERLICHTING/REMLICHTEN glas; Dit zijn LED’s. Wendt u voor het vervangen tot het Alfa Romeo Ser- ❍ monteer de unit; controleer of m.b.v. de interne veer B de vicenetwerk. unit goed vastzit.
Wendt u voor het vervangen van de lamp van het mistachterlicht Deze bevindt zich in de achterklep en bestaat uit LED’s. Wendt u A-fig. 28 of de achteruitrijverlichting B tot het Alfa Romeo Servi- voor het vervangen tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
IN NOODGEVALLEN LAMP INTERIEURVERLICHTING BAGAGERUIMTEVERLICHTING VERVANGEN Gloeilamp vervangen: ❍ open de bagageruimte en verwijder lampunit A-fig. 33 op het PLAFONDLAMPJE VOOR door de pijl aangegeven punt; Gloeilamp vervangen: ❍ verwijder plafondlampje A-fig. 31 door deze los te maken op de door de pijlen aangegeven punten; ❍...
IN NOODGEVALLEN ❍ open de bescherming B-fig. 34 en vervang de lamp; VERLICHTING DASHBOARDKASTJE ❍ sluit de bescherming B op het lampenglas; Gloeilamp vervangen: ❍ monteer het plafondlampje A-fig. 33 door het eerst aan een ❍ open het dashboardkastje en verwijder de lampunit A-fig. 35; zijde in de juiste stand te plaatsen en vervolgens de andere zij- ❍...
Pagina 183
IN NOODGEVALLEN ❍ monteer bescherming B op de juiste wijze tussen de lippen C; VERLICHTING ZONNEKLEPSPIEGEL (waar voorzien) ❍ monteer de lampunit door eerst zijde E-fig. 37 te plaatsen en vervolgens op de andere zijde te drukken totdat lip F hoor- Gloeilamp vervangen: baar inklikt.
IN NOODGEVALLEN DORPELVERLICHTING ZEKERINGEN VERVANGEN Gloeilamp vervangen: ALGEMENE INFORMATIE ❍ open het portier druk m.b.v. een schroevendraaier op veer A- fig. 38 en verwijder de lampunit; Het elektrische systeem wordt door zekeringen beveiligd: de ze- kering brandt door bij een storing/oneigenlijk gebruik van het sys- ❍...
Pagina 185
IN NOODGEVALLEN Als de zekering opnieuw doorbrandt, wendt u dan Als een hoofdzekering doorbrandt, wendt u dan tot het Alfa Romeo Servicenetwerk. tot het Alfa Romeo Servicenetwerk. Vervang een defecte zekering nooit door ander materiaal. Controleer, voordat u een zekering vervangt, of...
IN NOODGEVALLEN TOEGANG TOT DE ZEKERINGEN Als de motorruimte gereinigd moet worden, richt De zekeringen bevinden zich in drie zekeringenkasten: in de mo- dan niet direct een waterstraal op de zekeringen- torruimte, op het dashboard en in de bagageruimte. kast. Zekeringen en relaiskast in de motorruimte Deze bevindt zich naast de accu: draai om de de zekeringen te be- reiken de bouten A-fig.
IN NOODGEVALLEN Zekeringen en relaiskast onder dashboard Plaats om de zekeringen te bereiken klep A - fig. 42 omlaag en draai de bouten in de klep los. De zekeringen bevinden zich in zekerin- gen- en relaishouder die is afgebeeld in fig. 43. A0J0128m fig.
IN NOODGEVALLEN Zekeringen- en relaiskast in bagageruimte De zekeringen in de zekeringen- en relaiskast links in de bagageruimte zijn bereikbaar nadat het inspectieklepje is geopend (zoals af- gebeeld in fig. 44). A0J0264m fig. 44 A0J0175m fig. 45...
Pagina 189
IN NOODGEVALLEN ZEKERINGENTABEL LICHT-UNIT ZEKERING AMPÈRAGE FIGUUR Grootlicht Dimlicht rechts Dimlicht links Gasontladingslamp (rechts) Gasontladingslamp (links) Mistlamp Derde remlicht Achteruitrijlicht Plafondlampje voor, Bagageruimteverlichting, Zonneklepverlichting, Dorpelverlichting, Dashboardkastjeverlichting...
Pagina 190
IN NOODGEVALLEN VERBRUIKERS ZEKERING AMPÈRAGE FIGUUR Aanjager Koplampsproeierpomp Tweetonige claxon Wastegateklep, Shut-off-klep, Brandstofdampafsluitklep, Lambdasondeverwarming, VGT-klep, EGR-klep voor bypass koeling, Swirl-klep, Gasklepactuator, Voorgloeiregeleenheid Koplampverstelling Hulpverwarming (PTC 1) Regeleenheid motormanagementsysteem Regeleenheid motormanagementsysteem (vermogensvoeding) Spoel van bedieningsrelais, Regeleenheid motormanagementsysteem (1.4 uitvoeringen), Spoel relais motorkoelsysteem (300W+300W) Aircocompressor Achterruitverwarming, ontdooisysteem Brandstofpomp op tank...
Pagina 191
IN NOODGEVALLEN VERBRUIKERS ZEKERING AMPÈRAGE FIGUUR Remsysteem (regeleenheid en elektro-hydraulisch aggregaat) Regeleenheid elektrische stuurbekrachtiging (voeding + sleutel), Regeleenheid remsysteem (voeding + sleutel), Gierhoeksensor in tunnel Spoel ontlastingsrelais start-/contactslot INT/A in zekeringenkast in motorruimte Autoradio, Blue&Me -regeleenheid, Klimaatregeleenheid, Regeleenheid sirene diefstalalarm, Regeleenheid bewegingsdetectiesensoren, Externe EOBD diagnosestekker, Regeleenheid bandenspanningscontrole...
Pagina 192
IN NOODGEVALLEN VERBRUIKERS ZEKERING AMPÈRAGE FIGUUR Regeleenheid parkeersensoren, Regeleenheid bandenspanningscontrole, regen-/schemersensor op binnenspiegel sensor van automatisch dimbare binnenspiegel, Display omgelegde gordel op binnenspiegel, Verlichting schakelaarpanelen (midden, bestuurderszijde op stuurwiel, Blue&Me -schakelaarpaneel), Schakelaars stoelverwarming voorstoel, Regeleenheid bewegingsdetectiesensoren diefstalalarm, Opendakregeleenheid, PND-aansluiting op dashboard Airbagregeleenheid Koppelingspedaalschakelaar, Remlicht- schakelaar, spoel van relais in...
Pagina 193
IN NOODGEVALLEN VERBRUIKERS ZEKERING AMPÈRAGE FIGUUR Zekering voor inbouwvoorbereiding – Stekkerdoos bagageruimte Regeleenheid automatische niveauregeling Stekkerdoos op tunnel Buitenspiegelverwarming bestuurders-/passagierszijde, Ruitensproeierverwarming, Spoel van relais voorruitverwarming...
OPKRIKKEN VAN DE AUTO WAARSCHUWING De beschrijving voor het opladen van de accu Wendt u voor het opkrikken van de auto tot het Alfa Romeo Servi- dient slechts ter informatie. Wendt u tot het Alfa Romeo Service- cenetwerk; deze beschikt over een hefbrug en een garagekrik.
IN NOODGEVALLEN SLEPEN VAN DE AUTO SLEEPOOG BEVESTIGEN Maak plug A los, neem sleepoog B uit de gereedschaphouder en Het sleepoog dat bij de auto is geleverd, bevindt zich in de ge- draai het sleepoog op de schroefdraadpen voor (fig. 46) of ach- reedschaphouder in de bagageruimte.
Pagina 196
IN NOODGEVALLEN Houd er rekening mee dat de rembekrachtiging De sleepogen voor en achter mogen alleen wor- en de elektrische stuurbekrachtiging niet werken den gebruikt voor noodsituaties op de weg. Het zolang de motor niet is aangeslagen, waardoor is toegestaan om het voertuig over een korte af- meer kracht nodig is voor de bediening van het rempe- stand met door de wegenverkeerswet toegestane mid- daal en het stuur.
❍ De servicebeurten van het Geprogrammeerd Onderhoud zijn auto. door de fabrikant voorgeschreven. Als de onderhoudsbeurten Daarom heeft Alfa Romeo een aantal controles en onderhouds- niet worden uitgevoerd, is het mogelijk dat de garantie vervalt. beurten voorbereid voor elke 30.000 (benzine-uitvoeringen) of el- ❍...
VOORZORGSMAATREGELEN EN ONDERHOUD GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDSSCHEMA BENZINE-UITVOERINGEN x 1000 km ● ● ● ● ● ● Banden op conditie en slijtage controleren en bandenspanning eventueel herstellen Werking verlichting (koplampen, richtingaanwijzers, waarschuwingsknipperlichten, ● ● ● ● ● ● bagageruimte, interieur, waarschuwings-/controlelampjes enz.) controleren ●...
Pagina 201
- houd u zorgvuldig aan de vervangingstermijn voor de bougies, zoals in het Geprogrammeerd Onderhoudsschema is aan- gegeven; - wendt u hiervoor tot het Alfa Romeo Servicenetwerk. 2 Als de auto voornamelijk in de stad wordt gebruikt en in ieder geval minder dan 10.000 km per jaar rijdt, moeten...
Gebruik bij voorkeur producten van FL Selenia omdat die speciaal in het Geprogrammeerd onderhoud: zijn afgestemd op de Alfa Romeo modellen (zie de “Vullingstabel” ❍ remblokken voor (schijfremmen) op conditie en slijtage con- in het hoofdstuk “6”).
VOORZORGSMAATREGELEN EN ONDERHOUD ❍ acculading en niveau elektrolyt controleren; NIVEAUS CONTROLEREN ❍ conditie van diverse aandrijfriem(en) voor hulporganen visueel controleren; Opgelet. Tijdens het bijvullen mogen de vloei- ❍ motorolie en oliefilter controleren en eventueel vervangen; stoffen met verschillende specificaties niet ge- ❍...
Pagina 206
VOORZORGSMAATREGELEN EN ONDERHOUD A0J0230m fig. 1 - 1.4 Benzine-uitvoeringen...
Pagina 207
VOORZORGSMAATREGELEN EN ONDERHOUD A0J0201m fig. 2 - 1.4 Turbo Benzine-uitvoeringen...
Pagina 208
VOORZORGSMAATREGELEN EN ONDERHOUD A0J0200m fig. 3 - 1.6 JTD...
Pagina 209
Afgewerkte motorolie en het vervangen motoro- liefilter bevatten stoffen die schadelijk zijn voor het milieu. Wendt u voor het verversen van de mo- torolie en het vervangen van de filters tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
Pagina 210
VOORZORGSMAATREGELEN EN ONDERHOUD RUITEN-/KOPLAMPSPROEIERVLOEISTOF REMVLOEISTOF Als het niveau te laag is, draai dan de dop D-fig. 1-2-3 van het re- Controleer of het niveau de maximale waarde bereikt. Als het vloei- servoir en vul vloeistof bij zoals beschreven in hoofdstuk “6”. stofniveau in het reservoir te laag is, draai dan de dop E-fig.
LDe accu F-fig. 1-2-3 hoeft niet te worden bijgevuld met gedestilleerd water. Het is altijd nodig een periodieke controle uit te laten voeren Wendt u voor het vervangen van de filters tot het Alfa Romeo Ser- door het Alfa Romeo Servicenetwerk, zodat deze de werking van het vicenetwerk.
Pagina 212
Alfa Romeof Service- dan tot het Alfa Romeo Servicenetwerk. Het gekwalificeerd per- netwerk. Deze kan u de meest geschikte installaties aan- soneel zal het totale energieverbruik beoordelen.
VOORZORGSMAATREGELEN EN ONDERHOUD WIELEN EN BANDEN WAARSCHUWINGEN Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om schade aan Controleer voor lange reizen de bandenspanning (en het reserve- de banden te voorkomen: wiel); voer de controle uit bij koude banden. ❍ vermijd bruusk remmen, wegrijden met slippende banden, hard Een verkeerde spanning veroorzaakt een overmatige slijtage van stoten tegen stoepranden, gaten in de weg en obstakels, lang de banden fig.
VOORZORGSMAATREGELEN EN ONDERHOUD RUITENWISSERS/ACHTERRUITWISSER Door een te lage bandenspanning wordt de band te heet, waardoor er onherstelbare inwendige scha- de aan de band kan ontstaan. Rijden met versleten ruitenwisserbladen is ge- vaarlijk, omdat hierdoor het zicht onder slechte at- mosferische omstandigheden aanzienlijk wordt be- perkt.
VOORZORGSMAATREGELEN EN ONDERHOUD Wisserbladen vervangen RUITENSPROEIERS Ga als volgt te werk: Ruitensproeier fig. 7 ❍ til de wisserarm van de voorruit en plaats het wisserblad onder De sproeiermonden kunnen niet worden afgesteld. een hoek van 90° ten opzichte van de arm; ❍...
Pagina 216
VOORZORGSMAATREGELEN EN ONDERHOUD Als er geen water uitkomt, controleer dan eerst of er ruitensproei- KOPLAMPSPROEIERS (waar voorzien) fig. 9 ervloeistof in het reservoir zit (zie paragraaf “Niveaus controleren” Deze bevinden zich in de voorbumper. Deze functie werkt als u, bij in dit hoofdstuk).
VOORZORGSMAATREGELEN EN ONDERHOUD CARROSSERIE CARROSSERIEGARANTIE Bij de auto is de carrosserie tegen doorroesten van alle originele BESCHERMING TEGEN componenten van de carrosserie en van alle dragende delen ge- ATMOSFERISCHE INVLOEDEN garandeerd. Voor de specifieke voorwaarden van deze garantie wordt verwezen naar de “Service- en garantiehandleiding”. De auto is voorzien van de beste technologische oplossingen voor effectieve bescherming van de carrosserie tegen corrosie.
Pagina 218
VOORZORGSMAATREGELEN EN ONDERHOUD Let tijdens het drogen vooral op onderdelen die niet goed zichtbaar Ruiten zijn waar het water makkelijk kan achterblijven. Was de auto nooit Gebruik speciale reinigingsmiddelen en schone doeken om krassen in de zon of als de motorkap nog warm is: de glans van de lak kan te voorkomen en de ruiten helder te houden.
VOORZORGSMAATREGELEN EN ONDERHOUD INTERIEUR LEDEREN STOELEN (optional voor bepaalde uitvoeringen/markten) Controleer regelmatig of zich geen water onder de matten heeft Verwijder droog vuil met een zeemleer of een iets vochtige doek, verzameld dat oxidatie van het plaatdeel kan veroorzaken. zonder hard te drukken. Dep een vochtige vlek of vet met een droge en absorberende doek STOELEN EN STOFFEN BEKLEDING en wrijf daarbij niet.
Pagina 220
VOORZORGSMAATREGELEN EN ONDERHOUD MET ECHT LEDER BEKLEDE DELEN (optional Bewaar nooit spuitbussen in de auto: ont- voor bepaalde uitvoeringen/markten). ploffingsgevaar. Spuitbussen mogen niet worden Gebruik voor het reinigen van deze delen alleen water en neutra- blootgesteld aan temperaturen boven 50°C. In de le zeep.
Pagina 221
VOORZORGSMAATREGELEN EN ONDERHOUD deze pagina is bewust leeg gelaten...
TECHNISCHE GEGEVENS IDENTIFICATIEGEGEVENS TYPEPLAATJE MET IDENTIFICATIEGEGEVENS fig. 1 De identificatiegegevens zijn: Het typeplaatje is aangebracht op de fronttraverse in de motor- ❍ Typeplaatje met identificatiegegevens van de auto (in de mo- ruimte en bevat de volgende informatie: torruimte, aan de kant van de bovenste schokdemperbevesti- A.
Pagina 224
TECHNISCHE GEGEVENS CHASSISNUMMER fig. 2 PLAATJE MET INFORMATIE OVER DE CARROSSERIELAKf fig. 3 Dit is in de bodemplaat nabij de rechter voorstoel ingeslagen. Om deze te kunnen zien, moet het klepje naar voren worden gescho- Het plaatje is op de binnenzijde van de motorkap aangebracht en ven.
TECHNISCHE GEGEVENS MOTOR ALGEMENE GEGEVENS 1.4 Benzine (*) 1.4 Turbo Benzine 1.6 JTD Typecode 955A1000 199A8000 955A3000 Cyclus Otto Otto Diesel Aantal en opstelling cilinders 4 in lijn 4 in lijn 4 in lijn Boring en slag van de zuigers 72,0 x 84,0 72,0 x 84,0 79,5 x 80,5...
TECHNISCHE GEGEVENS REMMEN 1.4 Benzine - 1.4 Turbo Benzine - 1.6 JTD Remsysteem: – voor A Geventileerde schijfremmen – achter Schijfremmen Handrem Bediend met handremhefboom, werkend op de achterwielen. WAARSCHUWING Water, ijs en strooizout op het wegdek kan zich op de remschijven afzetten, waardoor de gewenste remvertraging bij de eerste keer remmen iets later wordt bereikt.
TECHNISCHE GEGEVENS STUURINRICHTING 1.4 Benzine - 1.4 Turbo Benzine - 1.6 JTD Type Met tandheugelstuurhuis met elektrische stuurbekrachtiging Diameter van de stuurbeweging (tussen stoepranden) 11,0...
TECHNISCHE GEGEVENS WIELEN VERKLARING VAN DE CODERING OP DE BANDEN fig. 4 VELGEN EN BANDEN Voorbeeld: 195/55 R 16 91 V Geperst stalen of lichtmetalen velgen. Tubeless-radiaalbanden. Op 195 = Nominale breedte (S, afstand in mm tussen de flanken). de typegoedkeuring zijn alle goedgekeurde banden aangegeven. 55 = Verhouding hoogte/breedte (H/S) in procenten.
TECHNISCHE GEGEVENS Beladingsindex (laadvermogen) Snelheidsindex 60 = 250 kg 84 = 500 kg Q = tot 160 km/h. H = tot 210 km/h. 61 = 257 kg 85 = 515 kg R = tot 170 km/h. V = tot 240 km/h. 62 = 265 kg 86 = 530 kg S = tot 180 km/h.
Pagina 232
TECHNISCHE GEGEVENS Uitvoeringen Velgen Banden Reservewiel Standaard Winterband Band Velg 1.4 Benzine 7Jx16 ET 39 195/55 R16 87 H 195/55 R16 87 H (M+S) 7Jx17 ET 39 205/45 R17 88W XL 205/45 R17 88 H (M+S) 135/70 R16 4B x 16 ET 15 7Jx17 ET 39 215/45 R17 87W (*) 215/45 R17 87 H (M+S)
TECHNISCHE GEGEVENS AFMETINGEN De afmetingen zijn aangegeven in mm en hebben betrekking op een auto die is uitgerust met standaard banden. De hoogte heeft betrekking op een onbelaste auto. Inhoud bagageruimte: inhoud bij onbeladen auto (V.D.A. normen): 270 dm A0J0202m fig.
ACEA C2 geaccepteerd; in dit geval wordt niet de maximale prestatie van de motor gegarandeerd en wordt aanbevolen zo snel mogelijk het smeer- middel door een smeermiddel te vervangen dat door het Alfa Romeo Servicenetwerk wordt aanbevolen. Het gebruik van producten met eigenschappen lager dan ACEA C3 en ACEA C2 kunnen schade aan de motor veroorzaken die niet door de garantie...
Pagina 239
TECHNISCHE GEGEVENS Gebruik Kwalitatieve specificaties van vloeistoffen en Vloeistoffen en Interval smeermiddelen voor een juiste werking van de auto smeermiddelen originele voor verversen Synthetisch smeermiddel SAE 75W-85. TUTELA CAR TECHNYX Versnellingsbakken en Overstijgt de specificaties API GL-4 PLUS. Contractual Technical differentiëlen mechanisch Kwalificatie FIAT 9.55550-MX3 Reference N°...
TECHNISCHE GEGEVENS ❍ gecombineerd: hierbij telt de waarde van de stadsrit mee voor BRANDSTOFVERBRUIK 37% en de waarde van de testrit buiten de stad voor 63%. Het brandstofverbruik dat in de volgende tabel is opgenomen, is WAARSCHUWING Het soort wegdek, verkeerssituatie, atmosferi- gemeten volgens een vastgestelde testmethode die in EU-normen sche omstandigheden, rijstijl, algemene conditie van de auto, uit- is vastgelegd.
TECHNISCHE GEGEVENS -EMISSIE De CO -emissie, vermeld in de volgende tabel, is gemeten op een gecombineerd traject. -EMISSIE VOLGENS CE-RICHTLIJN 2004/3 EC (g/km) 1.4 Benzine 1.4 Turbo Benzine 1.6 JTD...
Pagina 242
Afmetingen ........ 233 Dashboardkastjeverlichting Bedieningsorganen ...... 86 – lamp vervangen ..... 181 Alarm ........53 Bedieningstoetsen ....... 29 Alfa Romeo CODE (systeem) ..46 Derde remlicht ......179 Bescherming van het milieu ..125 Dimlicht Armsteun voor ......89 Brandblusser ....... 91 –...
Pagina 246
Europese Richtlijn 2000/53 voor auto’s aan het einde van de levensduur, biedt Alfa Romeo de mogelijkheid aan zijn klan- ten om het eigen voertuig (*) aan het einde van de levensduur zonder extra over te dragen.
Pagina 247
® in het hart van uw motor. ® Vraag uw garagist om...
Uwauto heeft Selenia gekozen De motor van uw auto is ontstaan met ontworpen voor Selenia, hetmotorolie-assortiment dat voldoet aan demeest geavanceerde internationale specificaties. Specifieke tests en technische kenmerken van hoog niveaumaken van Selenia het smeermiddel bij uitstek voor veilige en onovertrefbare motorprestaties. Selenia biedt een assortiment technologische geavanceerde kwaliteitsproducten: SELENIA SPORT SELENIA StAR PURE ENERGY...