Gedeeltelijke vergroting
Ga voor het gedeeltelijk neerklappen als
volgt te werk:
– klap de gewenste zitting naar voren
met behulp van de lus in het midden van
de zitting;
– plaats de veiligheidsgordel opzij en
controleer of de gordel niet gespannen is
of gedraaid zit;
– trek de borghendel van de rugleuning
omhoog en kantel de rugleuning naar
voren.
Achterbank in de stand voor nor-
maal gebruik zetten
Ga als volgt te werk:
– plaats de veiligheidsgordels opzij en
controleer of de gordels niet gespannen
zijn of gedraaid zitten;
– plaats de rugleuningen omhoog en
druk de leuningen naar achteren, totdat
beide borgmechanismen hoorbaar inklik-
ken;
– houd de veiligheidsgordel voor de mid-
delste zitplaats omhoog en zet de zittin-
gen horizontaal.
HOOFDSTEUNEN VERSTELLEN
(
)
fig. 24
De auto kan zijn uitgerust met twee
hoofdsteunen voor de zijzitplaatsen achter
en, afhankelijk van de uitvoering, ook met
een derde hoofdsteun voor de middelste
zitplaats.
Voor het gebruik van de laatste moet de
hoofdsteun omhoog worden getrokken
vanuit stand (2) "niet gebruiken" totdat
stand (1) "geheel uitgetrokken" is
bereikt. Druk voor het terugplaatsen op
knop (A-fig. 21) en duw de hoofdsteun
omlaag in de stand "niet gebruiken".
Alle hoofdsteunen achter kunnen worden
weggenomen.
fig. 24
De bijzondere constructie van de hoofd-
steun verhindert dat de passagier achter
op de juiste wijze tegen de rugleuning kan
steunen; deze constructie is nuttig omdat
de passagier gedwongen wordt de hoofd-
steun voor gebruik omhoog te trekken.
BELANGRIJK Tijdens het gebruik van
de zitplaatsen achter moeten de hoofd-
steunen altijd in de stand "geheel uitge-
trokken" staan.
A0A0610b
Let erop dat de hoofd-
steunen zo zijn ingesteld
dat ze het hoofd steunen
en niet de nek. Alleen in deze
positie bieden ze bescherming,
wanneer de auto van achteren
wordt aangereden.
21