HET SLEPEN VAN DE AUTO
Bij de auto is een sleepoog geleverd. Het
sleepoog bevindt zich in de gereedschap-
houder onder de bekleding van de baga-
geruimte.
Sleepoog bevestigen:
– Verwijder het sleepoog uit de gereed-
schaphouder.
– Verwijder het geklemde gemonteerde
dekseltje (A) op de voor- (fig. 55) of
achterbumper (fig. 56). Gebruik hier-
voor de schroevendraaier met platte punt
en bescherm de punt met een zachte
doek, zodat beschadigingen aan de auto
worden voorkomen.
fig. 55 - voorzijde
– Draai het sleepoog geheel op de
schroefdraadpen.
Maak de schroefdraad
zorgvuldig schoon, voor-
dat u het sleepoog op de
schroefdraadpen
Controleer,
voordat
wordt gesleept, of het sleepoog
geheel op de schroefdraadpen is
gedraaid.
A0A0650b
fig. 56 - achterzijde
Draai voor het slepen de
sleutel in stand MAR en
vervolgens in STOP zon-
der de contactsleutel uit het slot
te verwijderen. Als de contact-
sleutel uit het contactslot wordt
genomen, schakelt automatisch
het stuurslot in waardoor het
onmogelijk wordt de auto te
besturen. Houd er rekening mee
dat de rem- en stuurbekrachti-
ging niet werken zolang de motor
draait.
niet is aangeslagen, waardoor
de
auto
meer kracht nodig is voor de
bediening van het rempedaal en
het stuur. Gebruik voor het sle-
pen geen elastische kabels en rijd
zo
gelijkmatig
Controleer tijdens het slepen of
de sleepkabel geen carrosserie-
delen kan beschadigen. Houdt u
bij het slepen van een auto aan
de wettelijke voorschriften. Dit
A0A0670b
geldt zowel voor het slepen zelf
als voor het gedrag naar andere
weggebruikers.
mogelijk.
213