NIET OMGELEGDE
<
VEILIGHEIDS-
GORDELS (rood)
Het lampje brandt continu als de contact-
sleutel in stand MAR staat en de veilig-
heidsgordel aan de bestuurderszijde niet is
omgelegd.
´
NIET GOED
GESLOTEN
PORTIEREN
Op het display verschijnen een bericht en
een symbool als een of meer portieren of
de achterklep niet goed gesloten is.
74
VERSLETEN
d
REMBLOKKEN
Bij ingetrapt rempedaal verschijnen op het
display een bericht en een symbool als de
remblokken voor versleten zijn; laat deze
zo snel mogelijk vervangen.
BELANGRIJK Omdat de auto is uitge-
rust met een slijtage-indicator voor de rem-
blokken voor moet u, als de remblokken
worden vervangen, ook de remblokken ach-
ter laten controleren.
STORING IN
SELESPEED
t
VERSNELLINGSBAK
(uitvoeringen 2.0
JTS Selespeed)
Op uitvoeringen met Selespeed versnel-
lingsbak verschijnen bij een storing in de ver-
snellingsbak, een bericht en een symbool
op het display. Wendt u in dat geval zo snel
mogelijk tot de Alfa Romeo-dealer om de
storing te laten verhelpen.
STORING MOTOR-
U
MANAGEMENT-
SYSTEEM
EOBD
(geel)
Als u onder normale omstandigheden de
contactsleutel in stand MAR draait, dan
gaat het lampje branden. Het lampje moet
uitgaan als de motor is gestart. Het lampje
gaat eerst branden om de juiste werking er-
van aan te geven.
Als het lampje blijft branden of tijdens het
rijden gaat branden (op het display ver-
schijnen ook een bericht en een symbool):
constant branden - duidt op een de-
fect in het inspuit-/ontstekingssysteem. Dit
kan tot gevolg hebben dat schadelijke uit-
laatgasemissie toeneemt, de prestaties ver-
minderen, de auto slechter gaat rijden en
het brandstofverbruik toeneemt. U kunt on-
der deze omstandigheden doorrijden zon-
der te veel van de motor te eisen of met ho-
ge snelheid te rijden. Als lang met een bran-
dend waarschuwingslampje wordt doorge-
reden, kunnen beschadigingen ontstaan.
Wendt u zo snel mogelijk tot de Alfa Romeo-
dealer. Het lampje dooft als de storing ver-
dwijnt. De storing wordt door het systeem
in het geheugen opgeslagen;