Download Print deze pagina

Mercedes-Benz R190 AMG GT 2018 Handleiding pagina 59

Roadster

Advertenties

56
Veiligheid voor inzittenden
Bij het controlelampje PASSENGER AIR BAG OFF
altijd de status van de passagiersairbag in acht
nemen:
Als u een kinderzitjesbevestigingssysteem op
R
de passagiersstoel monteert, beslist de aan‐
wijzingen met betrekking tot de automati‐
sche uitschakeling passagiersairbag in acht
nemen (
pagina 40).
/
Bij het gebruik van een naar achteren gericht
R
kinderzitjesbevestigingssysteem op de pas‐
sagiersstoel moet altijd de passagiersairbag
uitgeschakeld zijn. Dit is alleen het geval als
het controlelampje PASSENGER AIR BAG OFF
continu brandt (
pagina 42).
/
Indien het controlelampje PASSENGER AIR
R
BAG OFF niet brandt, is de passagiersairbag
geactiveerd. De passagiersairbag kan tijdens
een ongeval geactiveerd worden.
Kinderzitjesbevestigingssysteem met de vei‐
ligheidsgordel op de passagiersstoel bevesti‐
gen
Bij montage van een geschikt kinderzitjesbeves‐
tigingssysteem op de passagiersstoel altijd het
volgende in acht nemen:
O De montage- en gebruikshandleiding van de
fabrikant van het gebruikte kinderzitjesbe‐
vestigingssysteem in acht nemen.
O Voor een kinderzitjesbevestigingssysteem
van de categorie "Universal" of "Semi-Uni‐
versal" controleren of dit voor de zitplaats
van de auto is toegestaan.
De aanwijzingen onder "Geschiktheid van de
zitplaatsen voor de bevestiging van kinder‐
zitjesbevestigingssystemen" in acht nemen
(
pagina 52).
/
O De leuning van een naar voren gericht kin‐
derzitjesbevestigingssysteem moet zo volle‐
dig mogelijk tegen de rugleuning van de
passagiersstoel aan liggen.
O Bij bepaalde kinderzitjesbevestigingssyste‐
men van de gewichtsgroepen II of III kan het
gebeuren dat het kinderzitjesbevestigings‐
systeem niet op de maximumgrootte kan
worden ingesteld, bijvoorbeeld door moge‐
lijk contact met het dak.
O Het kinderzitjesbevestigingssysteem mag
niet onder spanning en/of getordeerd tus‐
sen het dak en het zitvlak worden inge‐
bouwd. De rugleuninghoek overeenkomstig
instellen.
O Het kinderzitjesbevestigingssysteem mag
niet door de hoofdsteun worden belast. De
hoofdsteunen overeenkomstig instellen.
O Nooit voorwerpen, bijvoorbeeld een kussen,
onder of achter het kinderzitjesbevesti‐
gingssysteem leggen.
De passagiersstoel zo ver mogelijk naar ach‐
#
teren instellen en de stoel in de bovenste
stand zetten.
De rugleuning vrijwel rechtop instellen.
#
Het kinderzitjesbevestigingssysteem aan‐
#
brengen.
Het draagvlak van het kinderzitjesbevesti‐
gingssysteem moet volledig op het zitvlak
van de passagiersstoel rusten.

Advertenties

loading