Op het multimediasysteem
#
ren.
Apparaat is reeds verbonden
Automatisch verbinden: In de lijst een Wi-
#
Fi-netwerk markeren.
¥
Automatisch verbinden
#
O.
Verbinden: In de lijst een Wi-Fi-netwerk mar‐
#
keren.
¥
Verbinden
selecteren.
#
De verbinding wordt opnieuw opgebouwd.
Deze functies zijn mogelijk als het apparaat
reeds met het Wi-Fi-netwerk verbonden
werd.
Wi-Fi-hotspot instellen
Voorwaarde
Uw auto is uitgevoerd met Business-telefonie
R
Verder
selecte‐
Multimediasysteem:
Systeem
4
Multimediasysteem als Wi-Fi-hotspot confi‐
gureren
Het type verbindingsopbouw is afhankelijk van
het te verbinden apparaat. De functie moet door
inschakelen
het multimediasysteem en door het te verbinden
apparaat worden ondersteund. Het type verbin‐
dingsopbouw moet op het multimediasysteem
en op het te verbinden apparaat zijn geselec‐
teerd.
Hotspot instellen
#
Apparaat met hotspot in de auto verbinden
#
markeren.
WPS pincode genereren: ¥
#
PIN Generatie verbinden
De pincode die op het mediadisplay wordt
#
weergegeven, op het te verbinden apparaat
invoeren en bevestigen.
Via WPS pin verbinden: ¥
#
Invoer verbinden
WPS PIN invoeren
#
ö Connectiviteit
5
selecteren.
Via WPS
selecteren.
Via WPS PIN
selecteren.
selecteren.
Multimediasysteem 197
De pincode die op het display van het
#
externe apparaat wordt weergegeven, in het
multimediasysteem invoeren.
Verder
selecteren.
#
Met een druk op de toets verbinden:
#
¥
Via WPS PBC verbinden
De Push Button van het te verbinden appa‐
#
raat indrukken.
Verder
selecteren.
#
Via beveiligingssleutel verbinden:
#
raat met hotspot in de auto verbinden
teren.
Er wordt een beveiligingssleutel weergege‐
ven.
Op het te verbinden apparaat de auto selec‐
#
teren. Deze wordt weergegeven met de SSID
MB HOTSPOT
XXXXX.
De beveiligingssleutel die op het mediadis‐
#
play wordt weergegeven, op het te verbinden
apparaat invoeren.
De invoer bevestigen.
#
selecteren.
Appa-
selec‐