Advertenties
124 Rijden en parkeren
Rijprogramma kiezen
De DYNAMIC SELECT-schakelaar
#
voren of achteren drukken.
Op het display
2
en op het multifunctioneel
display in het combi-instrument verschijnt
het geselecteerde rijprogramma.
Rijprogramma I configureren
Multimediasysteem:
Voertuig
4
Individual
5
De individuele instelling selecteren.
#
Bedieningsfeedback voor rijprogramma's in-
en uitschakelen
Multimediasysteem:
Voertuig
4
Bedieningsfeedback
#
ª.
Wanneer deze functie actief is, wordt bij
selectie van een rijprogramma via de DYNA‐
MIC SELECT-schakelaar een overeenkom‐
1
naar
stige melding weergegeven op het mediadis‐
play.
e DYNAMIC SELECT
5
e DYNAMIC SELECT
5
in- O of uitschakelen
Voertuiggegevens weergeven
Multimediasysteem:
Voertuig
e DYNAMIC SELECT
4
5
Voertuiggegevens
selecteren.
#
De voertuiggegevens worden weergegeven.
Motorgegevens weergeven
Multimediasysteem:
Voertuig
e DYNAMIC SELECT
4
5
Motorgegevens
selecteren.
#
%
De waarden voor het motorvermogen en het
motorkoppel kunnen afwijken van de nomi‐
nale waarden.
Voorbeelden van factoren die van invloed
zijn:
Zeeniveau
R
Brandstofkwaliteit
R
Buitentemperatuur
R
Advertenties
