lampje PASSENGER AIR BAG OFF is gedoofd,
kan de passagiersairbag bij een ongeval wor‐
den geactiveerd.
Het kind kan door de airbag worden getrof‐
fen.
De passagiersairbag moet uitgeschakeld zijn;
dit controleren. Het controlelampje PASSEN‐
GER AIR BAG OFF moet branden.
NOOIT een naar achteren gericht kinderbe‐
veiligingssysteem op een stoel met INGE‐
SCHAKELDE FRONTAIRBAG gebruiken, want
dat kan voor het kind DODELIJKE of ERN‐
STIGE VERWONDINGEN tot gevolg hebben.
Bij montage van een kinderzitjesbevestigingssys‐
teem op de passagiersstoel de autospecifieke
aanwijzingen in acht nemen (
/
Afhankelijk van het kinderzitjesbevestigingssys‐
teem en het postuur van het kind kan het contro‐
lelampje PASSENGER AIR BAG OFF gedoofd zijn.
In dit geval mag het naar achteren gerichte kin‐
derzitjesbevestigingssysteem niet op de passa‐
giersstoel worden gemonteerd.
Na montage van een naar voren gericht kin‐
derzitjesbevestigingssysteem op de passa‐
giersstoel: PASSENGER AIR BAG OFF kan con‐
tinu branden of gedoofd zijn, afhankelijk van het
kinderzitjesbevestigingssysteem en het postuur
van het kind. Altijd de volgende aanwijzingen in
acht nemen.
& WAARSCHUWING Gevaar voor letsel of
levensgevaar door verkeerde montage
van het kinderzitjesbevestigingssysteem
Als een kind in een naar voren gericht kinder‐
zitjesbevestigingssysteem op de passagiers‐
stoel wordt beveiligd en de passagiersstoel
te dicht bij de cockpit wordt geplaatst, kan
het kind bij een ongeval:
Bijvoorbeeld met delen van het interieur
R
pagina 55).
in aanraking komen, als het controle‐
lampje PASSENGER AIR BAG OFF brandt.
Door de airbag worden geraakt, als het
R
controlelampje PASSENGER AIR BAG OFF
gedoofd is.
De passagiersstoel zo ver mogelijk naar
#
achteren zetten. Daarbij altijd de cor‐
Veiligheid voor inzittenden
recte ligging van de schoudergordel
vanaf de gordelgeleiding van de auto
naar de schoudergordelgeleiding van
het kinderzitjesbevestigingssysteem in
acht nemen. De schoudergordelband
moet vanaf de gordelgeleiding naar
voren en omlaag verlopen.
Altijd de montagehandleiding van de
#
fabrikant van het kinderzitjesbevesti‐
gingssysteem in acht nemen.
Bij montage van een kinderzitjesbevestigingssys‐
teem op de passagiersstoel de autospecifieke
aanwijzingen in acht nemen (
/
Er zit een persoon op de passagiersstoel:
PASSENGER AIR BAG OFF kan continu branden
of gedoofd zijn, afhankelijk van het postuur van
de persoon.
Een persoon op de passagiersstoel moet altijd
de volgende aanwijzingen in acht nemen:
Wanneer de passagiersstoel is bezet met een
R
volwassene of een persoon met overeenkom‐
stig postuur, moet het controlelampje PAS‐
SENGER AIR BAG OFF gedoofd zijn. Hiermee
43
pagina 55).