Advertenties
g
Sleutel uit contactslot verwijderen
1
Spanningsvoorziening inschakelen
2
Ontsteking inschakelen
3
Motor starten
De transmissie in de stand j of i zetten.
#
Het rempedaal indrukken.
#
De sleutel in het contactslot steken en in de
#
sleutelstand 3 draaien.
Als de auto niet start:
#
Niet benodigde verbruikers uitschakelen.
R
De sleutel uit het contactslot verwijderen.
R
Na een korte wachtperiode de sleutel
R
weer in het contactslot steken.
De sleutel in de sleutelstand 2 draaien.
R
De controlelampjes in het combi-instru‐
ment gaan branden.
De sleutel in de sleutelstand 3 draaien.
R
%
U kunt de spanningsvoorziening of het con‐
tact ook met de sleutel inschakelen. Daartoe
de sleutel in de sleutelstand 1 of 2
draaien.
Aanwijzingen met betrekking tot het inrijden
De motor gedurende de eerste 1500 km ontzien:
Met wisselende snelheden en toerentallen rij‐
R
den.
Niet sneller dan 140 km/h rijden.
R
Rijden en parkeren 117
De motor slechts kortstondig met een toe‐
R
rental van maximaal 4500/min laten draaien.
In het rijprogramma A rijden.
R
Tijdig schakelen, uiterlijk wanneer de wijzer
R
van de toerenteller Ô het rode gebied heeft
bereikt.
Om te remmen niet handmatig terugschake‐
R
len.
Hoge belastingen en volgas vermijden.
R
Het gaspedaal niet tot voorbij het drukpunt
R
indrukken (kickdown).
Pas vanaf 1500 km kan het motortoerental
R
geleidelijk worden verhoogd en het volledige
snelheidsbereik worden gebruikt.
Dit geldt eveneens als de motor of onderdelen
van de aandrijflijn zijn vervangen.
Tevens de volgende inrij-aanwijzingen in acht
nemen:
Na aflevering van de auto of na een reparatie
R
initialiseren de sensoren van enkele rijsyste‐
men en rijveiligheidssystemen zich over een
bepaalde afstand. De volledige functionaliteit
Advertenties
