De auto op een horizontaal vlak parkeren.
#
De oliepeilstaaf
1
eruit trekken en afvegen.
#
De oliepeilstaaf
1
langzaam tot de aanslag
#
in de geleidepijp schuiven en na drie secon‐
den eruit trekken.
De volgende meetresultaten zijn mogelijk:
Oliepeil in orde: Het oliepeil ligt tussen
R
2
en 3.
Oliepeil te laag: Het oliepeil ligt bij
R
daaronder.
Oliepeil te hoog: Het oliepeil ligt boven
R
2.
Wanneer het oliepeil te laag is, 1 l motorolie
#
bijvullen.
Als het oliepeil te hoog is, teveel bijgevulde
#
motorolie aftappen. Naar een gekwalifi‐
ceerde werkplaats gaan.
Motoroliepeil met de boordcomputer contro‐
leren
Voorwaarden
Het bepalen van het motoroliepeil vindt plaats
tijdens het rijden. Bij een normale rijstijl kan het
bepalen van het motoroliepeil tot 30 minuten
duren, bij een actieve rijstijl ook langer.
Om zo snel mogelijk een resultaat te krijgen:
De motor warm rijden.
R
De auto op een horizontale ondergrond par‐
R
keren.
De motor met stationair toerental laten
R
draaien.
Onderhoud en verzorging 259
3
of
Boordcomputer:
Service
Motoroliepeil
4
5
Op het multifunctioneel display verschijnt een
van de volgende meldingen:
Motoroliepeil Oliepeil wordt
R
geen meting van het oliepeil mogelijk.
Na maximaal 30 minuten rijden opnieuw pro‐
#
beren.
Motoroliepeil in orde
R
weergave van het oliepeil op het multifunctio‐
neel display is groen en ligt tussen "min" en
"max": Het oliepeil is in orde.
Motoroliepeil 1,0 l bijvullen
R
de weergave van het oliepeil op het multi‐
functioneel display is oranje en ligt onder
"min":
1 l motorolie bijvullen.
#
Motoroliepeil verlagen
R
weergave van het oliepeil op het multifunctio‐
neel display is oranje en ligt boven "max":
gemeten: Nog
en de balk voor de
en de balk voor
en de balk voor de