50
Veiligheid voor inzittenden
Mercedes-Benz adviseert voor een betere
bescherming van kinderen jonger dan 12 jaar of
kleiner dan 1,50 m, de volgende aanwijzingen
beslist in acht te nemen:
Een kind altijd beveiligen in een voor uw
R
Mercedes-Benz geschikt kinderzitjesbevesti‐
gingssysteem.
Het kinderzitjesbevestigingssysteem moet
R
geschikt zijn voor de leeftijd, het gewicht en
de lengte.
De zitplaats van de auto moet geschikt zijn
R
voor het in te bouwen kinderzitjesbevesti‐
gingssysteem (
pagina 57).
→
Uit de ongevallenstatistieken blijkt, dat kinderen
die op de zitplaatsen achterin zijn beveiligd, veili‐
ger zijn dan kinderen die op de voorstoel zijn
beveiligd. Daarom adviseert Mercedes-Benz
dringend het kinderzitjesbevestigingssysteem bij
voorkeur op een zitplaats achterin te monteren.
Het overkoepelend begrip kinderzitjesbeves‐
tigingssysteem
In deze handleiding wordt het overkoepelend
begrip kinderzitjesbevestigingssysteem gebruikt.
Een kinderzitjesbevestigingssysteem is bijvoor‐
beeld:
Een babyschaal
R
Een naar achteren gericht kinderzitje
R
Een naar voren gericht kinderzitje
R
Een stoelverhoging met leuning en gordelge‐
R
leidingen
Mercedes-Benz adviseert het gebruik van
een stoelverhoging met rugleuning.
Het kinderzitjesbevestigingssysteem moet
geschikt zijn voor de leeftijd, het gewicht en de
lengte.
De wetten en voorschriften in acht nemen
Bij het gebruik van een kinderzitjesbevestigings‐
systeem in de auto altijd de wettelijke voorschrif‐
ten in acht nemen.
Het kinderzitjesbevestigingssysteem moet vol‐
gens de geldende testvoorschriften en richtlijnen
toegestaan zijn; dit controleren. Meer informatie
is verkrijgbaar in een gekwalificeerde werk‐
plaats. Mercedes-Benz adviseert een Mercedes-
Benz-servicewerkplaats.
Alleen toegestane kinderzitjesbevestigings‐
systemen gebruiken
In de auto mogen alleen kinderzitjesbevesti‐
gingssystemen volgens deze UNECE-normen
worden gebruikt:
UN-R44
R
UN-R129 (i-Size-kinderzitjesbevestigingssys‐
R
teem)
Informatie met betrekking tot de toelatingscate‐
gorieën voor kinderzitjesbevestigingssystemen
en de opgaven op het goedkeuringslabel
(
pagina 59).
→