Op hellingen de voorwielen zo draaien dat de
#
auto in de richting van de stoeprand rolt als
deze in beweging komt.
De elektrische parkeerrem inschakelen.
#
Bij stilstaande auto en ingedrukt rempedaal
#
de transmissiestand j inschakelen
(
pagina 180).
→
De motor en het contact uitschakelen door
#
de toets
1
in te drukken.
De bedrijfsrem langzaam loslaten.
#
Uitstappen en de auto vergrendelen.
#
%
Als de auto wordt geparkeerd, kunt u de zij‐
ruiten en het schuifdak nog circa vijf minu‐
ten bedienen nadat het bestuurdersportier
gesloten is.
Garagedeurbediening
Toetsen van de garagedeurbediening pro‐
grammeren
& GEVAAR Levensgevaar door uitlaatgas‐
sen
Verbrandingsmotoren stoten giftige uitlaat‐
gassen, bijvoorbeeld koolmonoxide, uit. Het
inademen van deze uitlaatgassen is schade‐
lijk voor de gezondheid en leidt tot vergifti‐
ging.
De motor nooit in een gesloten ruimte
#
zonder voldoende ventilatie laten
draaien.
& WAARSCHUWING Gevaar voor letsel bij
het openen of sluiten van een garage‐
deur met de garagedeurbediening
Wanneer de garagedeur met de geïnte‐
greerde garagedeurbediening wordt bediend
of geprogrammeerd, kunnen personen in het
bewegingsgebied van de garagedeur worden
ingeklemd of worden geraakt.
Rijden en parkeren 187
Bij het gebruiken van de geïntegreerde
#
garagedeurbediening altijd opletten dat
zich niemand in het bewegingsgebied
van de garagedeur bevindt.
Voorwaarden
De auto is buiten de garage respectievelijk
R
buiten het draaibereik van de garagedeur
geparkeerd.
De motor is afgezet.
R
Het contact is ingeschakeld.
R
%
De garagedeuropeningsfunctie is altijd
mogelijk bij ingeschakeld contact.