Alleen een droge en onbeschadigde
#
aansluitkabel gebruiken.
Bij uitgeschakeld contact controleren of
#
de 230V-contactdoos droog is.
Een uit de behuizing getrokken of
#
beschadigde 230V-contactdoos direct
laten controleren of vervangen bij een
gekwalificeerde werkplaats.
De aansluitkabel nooit in een uit de
#
behuizing getrokken of beschadigde
230V-contactdoos steken.
& GEVAAR Levensgevaar door ondeskun‐
dige omgang met de contactdoos
U kunt een stroomstoot krijgen:
als u de contactdoos aan de binnenkant
R
aanraakt.
als u ongeschikte apparatuur of voorwer‐
R
pen in de contactdoos steekt.
Niet de binnenkant van de contactdoos
#
aanraken.
Alleen geschikte apparatuur op de con‐
#
tactdoos aansluiten.
Voorwaarden
De apparaten moeten met een passende
R
stekker zijn uitgerust, die voldoet aan de
betreffende landspecifieke normen.
Er zijn alleen apparaten tot maximaal
R
150 watt toegestaan.
Stekkerdozen zijn niet toegestaan.
R
Stoelen en opbergen 129
De klep
3
openen.
#
De stekker van het apparaat in de 230V-aan‐
#
sluiting
1
steken.
Als de boordnetspanning voldoende is gaat
het controlelampje
2
branden.
Auto's met afzonderlijke comfort zitplaatsen
achterin: De 230V-aansluiting bevindt zich in
het opbergvak in de middenconsole.