met de HERMES communicatiemodule wor‐
den gemaakt. Functies zoals de dynamische
routebegeleiding met Live Traffic Information
zijn dan niet beschikbaar.
Het multimediasysteem via Wi-Fi met een
apparaat verbinden
Als geen HERMES communicatiemodule is
gemonteerd, is deze functie beschikbaar.
Het type verbindingsopbouw moet op het multi‐
mediasysteem en op het te verbinden apparaat
zijn geselecteerd.
%
Het verbindingsverloop kan afhankelijk van
het apparaat afwijken. De aanwijzingen vol‐
gen die op de displays worden weergegeven.
Meer informatie (zie de handleiding van de
auto).
Internetinstellingen
selecteren.
#
Wi-Fi-netwerken zoeken
selecteren.
#
Via beveiligingssleutel
In de lijst een Wi-Fi-netwerk selecteren.
#
Op het te verbinden apparaat de beveiligings‐
#
sleutel laten weergeven (zie de handleiding
van de fabrikant).
Deze beveiligingssleutel bij het multimedia‐
#
systeem invoeren.
De invoer met ¡ bevestigen.
#
%
De verbindingssoort via een beveiligingssleu‐
tel ondersteunt alle apparaten.
Via WPS PIN
In de lijst een Wi-Fi-netwerk markeren.
#
¥
Via WPS PIN Invoer verbinden
#
ren.
Het multimediasysteem genereert een pin‐
code met acht tekens.
Deze pincode bij het te verbinden apparaat
#
invoeren.
De invoer bevestigen.
#
Via een druk op de toets
%
Deze functie is alleen beschikbaar bij een
Wi-Fi-frequentie van 2,4 GHz.
In de lijst een Wi-Fi-netwerk markeren.
#
¥
Via WPS PBC verbinden
#
Bij het te verbinden apparaat in de optie "Via
#
WPS PBC verbinden" selecteren.
De WPS-toets op het te verbinden apparaat
#
indrukken.
Op het multimediasysteem
#
ren.
Apparaat is reeds verbonden
Automatisch verbinden: In de lijst een Wi-
#
Fi-netwerk markeren.
selecte‐
¥
Automatisch verbinden
#
O.
Verbinden: In de lijst een Wi-Fi-netwerk mar‐
#
keren.
¥
Verbinden
#
De verbinding wordt opnieuw opgebouwd.
Deze functies zijn mogelijk als het apparaat
reeds met het Wi-Fi-netwerk verbonden
werd.
Multimediasysteem 311
selecteren.
Verder
selecte‐
inschakelen
selecteren.