& WAARSCHUWING Gevaar voor letsel
door niet aangebrachte of verkeerd inge‐
stelde hoofdsteunen
Wanneer er geen hoofdsteunen aanwezig zijn
of als deze niet correct zijn ingesteld, kunnen
ze niet zoals bedoeld beschermen.
Er is dan een verhoogd risico op letsel van
het hoofd en de nek, bijvoorbeeld bij een
ongeval of remmanoeuvre!
Altijd met gemonteerde hoofdsteunen
#
rijden.
Voor het rijden bij elke inzittende con‐
#
troleren, of het midden van de hoofd‐
steun het achterhoofd op ooghoogte
ondersteunt.
De hoofdsteunen van de zitplaatsen voor- en
achterin niet verwisselen. Anders kunnen de
hoogte en hoek van de hoofdsteunen niet in de
correcte positie worden ingesteld.
Met de verstelling in lengterichting voor de
hoofdsteun de hoofdsteun zo instellen, dat deze
zo dicht mogelijk bij het achterhoofd staat.
& WAARSCHUWING Gevaar voor letsel of
levensgevaar door verkeerde zitpositie
Als de rugleuning niet nagenoeg rechtop
staat, biedt de veiligheidsgordel niet meer de
bedoelde beschermende werking.
In dit geval kunt u bij een remmanoeuvre of
een ongeval onder de veiligheidsgordel door‐
glijden en daarbij bijvoorbeeld letsel aan het
onderlichaam of de hals oplopen.
De stoel voor aanvang van de rit correct
#
instellen.
Altijd erop letten dat de rugleuning
#
bijna rechtop staat en dat de schouder‐
gordel over het midden van de schou‐
der loopt.
Stoelen en opbergen 107
1
Zittinghoek
2
Zithoogte
3
Rugleuninghoek
4
Stoellengterichting
5
Zittingdiepte
Stoellengterichting instellen: De hendel
#
4
omhoogbrengen en de stoel in de gewen‐
ste positie schuiven.