Download Print deze pagina

Mercedes-Benz X290 AMG GT 2018 Handleiding pagina 221

4-door coupé

Advertenties

218 Rijden en parkeren
De actieve stuurassistent ondersteunt de
bestuurder tot een snelheid van 210 km/h om
met subtiele stuuringrepen in het midden van de
rijstrook te rijden. Daarbij richt het systeem zich
op herkende rijstrookmarkeringen. Afhankelijk
van de gereden snelheid richt de actieve stuur‐
assistent zich bovendien op voorliggers. Wan‐
neer de herkenning van rijstrookmarkeringen en
voorligger nadelig wordt beïnvloed, wisselt de
actieve stuurassistent naar de passieve toe‐
stand. Het systeem biedt in dat geval geen
ondersteuning door stuuringrepen.
Het is vereist dat de bestuurder het stuurwiel
R
voortdurend vasthoudt, zodat hij te allen tijde
kan sturen en zo koers- of spoorcorrigerend
kan ingrijpen.
De status van de actieve stuurassistent
R
wordt in het statusgedeelte van het multi‐
functioneel display weergegeven.
Stuur- en aanraakherkenning
Het is vereist dat de bestuurder het stuurwiel
voortdurend vasthoudt, zodat hij te allen tijde
corrigerend kan ingrijpen. De bestuurder moet
voortdurend rekening houden met een omscha‐
keling van de actieve toestand naar de passieve
toestand of omgekeerd.
Wanneer het systeem een systeemgrens her‐
kent, herkent dat de bestuurder gedurende lan‐
gere tijd niet zelf stuurt of de handen van het
stuurwiel heeft genomen, wordt de bestuurder
afhankelijk van de situatie eerst optisch door het
systeem gewaarschuwd. Op het multifunctioneel
display verschijnt de melding 1. Als de bestuur‐
der nog steeds niet zelf stuurt of het stuurwiel
niet vastpakt, klinkt naast de optische waarschu‐
wingsmelding herhaalt een waarschuwingssig‐
naal.
De waarschuwingsmelding verschijnt niet of
wordt na het verschijnen beëindigd als aan een
van de volgende voorwaarden wordt voldaan:
De bestuurder stuurt zelf.
R
De bestuurder drukt een stuurwieltoets in of
R
bedient de touch-control.
De actieve stuurassistent is slechts een hulpmid‐
del. De bestuurder is zelf verantwoordelijk voor
de veilige afstand, de gereden snelheid, het tijdig
remmen en het aanhouden van de rijstrook. Voor
het veranderen van rijstrook moet de bestuurder
controleren of de aangrenzende rijstrook vrij is
(over de schouder kijken).
Systeemgrenzen
De actieve stuurassistent beschikt over een
begrensd stuurmoment voor de geleiding in
dwarsrichting. De stuuringreep is mogelijk niet
voldoende om de auto in de rijstrook te houden
of afritten af te rijden. De actieve stuurassistent
kan bijvoorbeeld op rotondes en verkeersplei‐
nen, bij T-kruisingen, kruisingen, tolstations of
splitsingen de bestuurder niet ondersteunen bij
het sturen.

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

C257 cls 2018