Advertenties
Bij het einde van de rit en bij aanvang van de
R
volgende rit voorzichtig het rempedaal
indrukken.
Functie van de gestuurde achteras
Afhankelijk van de snelheid past de gestuurde
achteras de sporing van de achteras aan de
stand van de voorwielen aan. In combinatie met
de stuuruitslag van de voorwielen ontstaat daar‐
door een grotere wendbaarheid en een verbe‐
terde stabiliteit.
De gestuurde achteras heeft de volgende eigen‐
schappen:
Minder stuurkracht en een kleinere draaicir‐
R
kel en daardoor is een lagere inspanning bij
het parkeren nodig
Verbeterde rijstabiliteit, bijvoorbeeld in boch‐
R
ten
Meer directe besturing en daardoor een ver‐
R
beterde beheersbaarheid van de auto
Aanwijzingen bij het AMG remsysteem met
hoogwaardige keramische composietrem‐
schijven
Het remsysteem is geschikt voor hoge belastin‐
gen. Daardoor kunnen er tijdens het remmen
geluiden ontstaan. Ook na het wassen van de
auto kan dit fenomeen optreden.
De geluiden zijn afhankelijk van de volgende fac‐
toren:
Snelheid
R
Remkracht
R
Omgevingsomstandigheden, zoals tempera‐
R
tuur en luchtvochtigheid
%
Na een extreme belasting het remsysteem
bij een gekwalificeerde werkplaats laten con‐
troleren.
Rijden en parkeren 171
ECO start-stopsysteem
Werking van het ECO start-stopsysteem
Alle auto's (behalve Mercedes-AMG GT 63
4MATIC+ en GT 63 S 4MATIC+)
Als met betrekking tot de auto is voldaan aan
alle voorwaarden voor de automatische motor‐
stop, wordt de motor in de volgende situaties
automatisch afgezet:
Het rijprogramma A is geselecteerd.
R
De auto wordt in de transmissiestand h of
R
i gestopt.
De transmissiestand j wordt ingeschakeld.
R
Bij een snelheid lager dan 20 km/h wordt
R
het rempedaal ingedrukt.
Op het multifunctioneel display wijst de naald
van de toerenteller naar 0.
Als de auto stilstaat verschijnt op het multifunc‐
tioneel display en in de displaytoets het symbool
è.
Als niet aan alle voorwaarden met betrekking tot
de auto is voldaan, verschijnt op het multifunc‐
Advertenties
