238 Rijden en parkeren
Bij het parkeren of manoeuvreren worden obsta‐
kel tijdens het voorbij rijden gedetecteerd. Wan‐
neer u in de richting van een gedetecteerd
obstakel stuurt en daardoor een zijdelings aanrij‐
dingsgevaar bestaat, volgt een waarschuwing.
Afhankelijk van de afstand gaan de zijdelingse
segmenten geel of rood branden.
Segmentkleur afhankelijk van de afstand
Kleur
Afstand aan de zij‐
kant in cm
Geel
circa 30 - 60
Rood
circa < 30
Om ervoor te zorgen dat segmenten aan de zij‐
kant voor of achter kunnen worden weergege‐
ven, moet de auto eerst een afstand van ten
minste een halve autolengte afleggen. Als een
afstand van een autolengte is afgelegd, kunnen
alle segmenten aan de zijkant voor en achter
worden weergegeven.
Auto's zonder 360°-camera
1
De PARKTRONIC-parkeerassistent is alleen
voor en achter gereed voor de meting
2
De PARKTRONIC-parkeerassistent is gereed
voor de meting en kan ook voor zijdelingse
obstakels waarschuwen
3
Obstakels rechtsvoor (geel) en -achter (rood)
herkend
Auto's met 360°-camera
1
De PARKTRONIC-parkeerassistent is alleen
voor en achter gereed voor de meting
2
De PARKTRONIC-parkeerassistent is gereed
voor de meting en kan ook voor zijdelingse
obstakels waarschuwen
3
Obstakel rechtsvoor (rood) herkend
Opgeslagen zijdelingse obstakels worden onder
andere gewist in de volgende situaties:
U parkeert de auto en schakelt het contact
R
uit.
De portieren worden geopend.
R