Aanwijzingen met betrekking tot naar achte‐
ren en naar voren gerichte kinderzitjesbeves‐
tigingssystemen op de passagiersstoel
& WAARSCHUWING Letsel‑ of levensge‐
vaar door gebruik van een naar achteren
gericht kinderzitjesbevestigingssysteem
bij ingeschakelde passagiersairbag
Als een kind in een naar achteren gericht kin‐
derzitjesbevestigingssysteem op de passa‐
giersstoel wordt beveiligd en het controle‐
lampje PASSENGER AIR BAG OFF is gedoofd,
kan de passagiersairbag bij een ongeval wor‐
den geactiveerd.
Het kind kan door de airbag worden getrof‐
fen.
De passagiersairbag moet uitgeschakeld zijn;
dit controleren. Het controlelampje PASSEN‐
GER AIR BAG OFF moet branden.
NOOIT een naar achteren gericht kinderbe‐
veiligingssysteem op een stoel met INGE‐
SCHAKELDE FRONTAIRBAG gebruiken, want
dat kan voor het kind DODELIJKE of ERN‐
STIGE VERWONDINGEN tot gevolg hebben.
De specifieke aanwijzingen bij naar achteren en
naar voren gerichte kinderzitjesbevestigingssys‐
temen in acht nemen (
pagina 75).
/
Waarschuwingsaanwijzingen aan de binnenzijde van
de zonneklep
Bij het controlelampje PASSENGER AIR BAG OFF
altijd de status van de passagiersairbag in acht
nemen:
Als door omstandigheden een kinderzitjesbe‐
R
vestigingssysteem op de passagiersstoel
moet worden gemonteerd, beslist de aanwij‐
zingen met betrekking tot de automatische
uitschakeling passagiersairbag in acht
nemen (
pagina 46).
/
Veiligheid voor inzittenden
Bij het gebruik van een naar achteren gericht
R
kinderzitjesbevestigingssysteem op de pas‐
sagiersstoel moet altijd de passagiersairbag
uitgeschakeld zijn. Dit is alleen het geval als
het controlelampje PASSENGER AIR BAG OFF
continu brandt (
pagina 48).
/
Indien het controlelampje PASSENGER AIR
R
BAG OFF niet brandt, is de passagiersairbag
geactiveerd. De passagiersairbag kan tijdens
een ongeval geactiveerd worden.
Kinderzitjesbevestigingssysteem met de vei‐
ligheidsgordel op de passagiersstoel bevesti‐
gen
Bij montage van een geschikt kinderzitjesbeves‐
tigingssysteem op de passagiersstoel altijd het
volgende in acht nemen:
O De montage- en gebruikshandleiding van de
fabrikant van het gebruikte kinderzitjesbe‐
vestigingssysteem in acht nemen.
O Voor een kinderzitjesbevestigingssysteem
van de categorie "Universal" of "Semi-Uni‐
versal" controleren of dit voor de zitplaats
van de auto is toegestaan.
75