404 Onderhoud en verzorging
Lucht-waterkanaal vrijhouden
Het gebied tussen de motorkap en de voor‐
#
ruit vrijhouden van afzettingen, bijvoorbeeld
ijs, sneeuw of bladeren.
Reiniging en verzorging
Aanwijzingen met betrekking tot het auto
wassen in een wasstraat
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐
len door verminderde remwerking na het
auto wassen
Nadat de auto is gewassen, hebben de rem‐
men een verminderde remwerking.
Nadat de auto is gewassen, rekening
#
houdend met de verkeerssituatie, voor‐
zichtig afremmen tot de volledige rem‐
werking weer aanwezig is.
* AANWIJZING Beschadigingen als gevolg
van ongeschikte wasstraat
Voor het inrijden van een wasstraat
#
controleren of de wasstraat geschikt is
voor de afmetingen van de auto.
Erop letten dat er voldoende bodemvrij‐
#
heid tussen de bodemplaat en de gelei‐
derails van de wasstraat aanwezig is.
Erop letten dat de doorgangsbreedte
#
van de wasstraat, met name de breedte
van de geleiderails, voldoende is.
Om schade aan de auto te vermijden, het vol‐
gende in acht nemen bij gebruik van een was‐
straat:
De actieve afstandsassistent DISTRONIC en
R
de HOLD-functie zijn uitgeschakeld.
De 360°-camera of de achteruitrijcamera is
R
uitgeschakeld.
De zijruiten en het schuifdak zijn volledig
R
gesloten.
De aanjager van de ventilatie en de verwar‐
R
ming is uitgeschakeld.
De schakelaar van de ruitenwissers staat in
R
de stand g.
Bij wasstraten met sleepinstallatie: De neu‐
R
traalstand i is ingeschakeld.
De sleutel is ten minste 3 m van de auto ver‐
R
wijderd, anders kan het kofferdeksel onbe‐
doeld opengaan.
%
Wanneer u de auto tijdens het wassen wilt
verlaten, erop letten dat de sleutel zich in de
auto bevindt. Anders wordt de rijstand j
automatisch ingeschakeld.
%
Door na het auto wassen de wax van de
voorruit en de ruitenwisserrubbers te verwij‐
deren, wordt streepvorming voorkomen en
worden wisgeluiden gereduceerd.